Die trage zomernacht
gesluierd in liefdesmist
het lijf veel te warm
voor een pyjama
vriendschap als verf
aan mijn handen
vredelievend
geef ik jou
mijn eten
mijn laatste beetje weemoed,
we slapen bij de rivier
dat vrouwtje van weet ik niet
reageert op mijn gedichten
ik hoor de zoete klank
van haar prachtige stem
een harp in toon gevangen,
tussen de stilte van mijn letterwoorden
die optelsommen van mooie zinnen
vol terugverende gedachten
toen op haar schoot
een poes geknuffeld
de intrede deed,
in ons beider leven
gesluierd in liefdesmist
schuif ik de braadkip
in de oven
en schenk cider
in een lang dun glas
slapend bij de rivier,
je drinkt uit mijn navel
haalt een augurk uit je slipje
het is bijna herfstde vaart zit er in,
dagen waaien voorbij als dromen
je haalt alles in wat je miste
brengt de adem naar de toekomst
onze fietsen staan tegen
een boom groet de regen
we gaan samen paden vinden,
het geluk tussen beminden
kan ik hier jouw eenvoud ruiken
soms verstopt achter de struiken,
waai ik niet mee met alle winden
ik zal ooit wel de waarheid vinden
ooit de ware waarheid proeven
en als genezen ondervinden.
Schrijver: mobar
dinsdag 14 februari 2012
vrijdag 10 februari 2012
donderdag 9 februari 2012
Abonneren op:
Posts (Atom)