zaterdag 5 december 2015
zaterdag 28 november 2015
woensdag 25 november 2015
dinsdag 24 november 2015
zondag 22 november 2015
donderdag 19 november 2015
woensdag 18 november 2015
dinsdag 17 november 2015
donderdag 12 november 2015
vrijdag 16 oktober 2015
dinsdag 29 september 2015
Ster
Ster
Hoog aan de hemel
schittert jouw sterren pracht
in de zomernacht
hoor jouw sterren lied
met de gevleugelde toon
liederlijke zang.
© Violette Z.. Dit werk blijft te allen tijde eigendom van de auteur. Zonder zijn/haar toestemming mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen.
als rechtgeaarde astra vind ik dit natuurlijk een dubbel mooi gedicht, bravo Violette
Mooi, Violette, de sterren die je inspireren tot dicht gedicht
Hoog aan de hemel
schittert jouw sterren pracht
in de zomernacht
hoor jouw sterren lied
met de gevleugelde toon
liederlijke zang.
© Violette Z.. Dit werk blijft te allen tijde eigendom van de auteur. Zonder zijn/haar toestemming mag dit werk niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan lezen.
als rechtgeaarde astra vind ik dit natuurlijk een dubbel mooi gedicht, bravo Violette
Mooi, Violette, de sterren die je inspireren tot dicht gedicht
Stormachtig verlangen
Stormachtig verlangen
Door passie van jouw verlangen
eindigt vergankelijkheid in vertragen
bloemen verwelken langzamer
melk blijft dagenlang drinkbaar
motten gaan op zoek naar de zon
stoffigheid van handelen
zoekt vriendschap in de open lucht
dieren knuffelen elkander
alles heeft zijn werkelijkheid
en is voelbaar door jou
en jouw stormachtig verlangen.
Violette Z.
Door passie van jouw verlangen
eindigt vergankelijkheid in vertragen
bloemen verwelken langzamer
melk blijft dagenlang drinkbaar
motten gaan op zoek naar de zon
stoffigheid van handelen
zoekt vriendschap in de open lucht
dieren knuffelen elkander
alles heeft zijn werkelijkheid
en is voelbaar door jou
en jouw stormachtig verlangen.
Violette Z.
Rondingen
Rondingen
Je weet dat ik van hoeken houd
maar toch wil jij mij
met jouw rondingen bekoren
ik voel me soms zo stijf als hout
in houden van en droom verloren.
Jeroen Splinterman
stoer gedicht met een diepere laag !
Je weet dat ik van hoeken houd
maar toch wil jij mij
met jouw rondingen bekoren
ik voel me soms zo stijf als hout
in houden van en droom verloren.
Jeroen Splinterman
stoer gedicht met een diepere laag !
maandag 21 september 2015
Van de wolk en het schaap
Ze had gehoord dat mijn schizofrene vader was overleden, in een Amsterdamse telefooncel met een flesje rum in zijn handen. Ze kwam onmiddellijk naar mij toe, ik was een zielig hoopje mens, verscheurd door mijn verleden.
Mijn vader had mij verwekt bij een Argentijnse hoer die op de Amsterdamse walletjes werkte, en die mij drie maanden na mijn geboorte ter adoptie aanbood aan een eenvoudig Katholiek gezin.
Ik was een nerveus kind, controleerde alle deuren, deed alle openstaande ramen dicht, ik trok mijn haren uit mijn hoofd en ik beet nagels.
Toen ik zeven was kwam ik Violette tegen, mijn buurmeisje. De mooiste mensen waren mensen die je op je zevende ontmoette.
Ik merkte direct dat ze bijzondere aandacht voor mij had. We gingen samen naar het Vondelpark, en ze kocht een echte ring voor mij.
Toen we er op een mooie voorjaarsdag weer op uit gingen om in het park te wandelen, werd ze door een loslopende hond gebeten. Het was de brutale hond van mijn schizofrene vader.
“Jij bent van de wolk en het schaap !” zei Violette tegen mij, terwijl ik mij afvroeg wat ik in de overlijdensadvertentie moest vermelden. De dood van mijn vader was niet onverwacht gekomen, iedere keer dat ik hem tegen kwam was hij erger beschonken dan de schimmen van de nacht, je kon aan zijn ogen zien dat hij geen eindeloos leven zou hebben.
Mijn ogen leken op de ogen van mijn moeder, ik noemde ze de ogen van de wolf, maar Violette sprak mij altijd tegen.
“Het zijn de ogen van de wolk en het schaap!”zei ze dan terwijl ze mijn huilende lijf geruststelde.
“Jij kon er niets aan doen, het was jouw schuld niet.”
Jeroen Splinterman
Bomensnoei die influistert
Er schijnt tijdens de nacht een maan, even heldhaftig als boven het platteland of boven de bergen.
Er groeit een man in mij niet groter dan een dwerg, ze slepen me in een helikopter, maar ik wil eigenlijk naar bed. Daar boven is de horizon te overzien, en de wereld en de meiden. We willen weer de onderbroeken uit de jaren zestig.
Je wordt wakker met een kater naast mijn bed, ik heb je van het geglooide matras laten rollen in de zevende hemel. Er liggen wat onbestemde drollen te dampen naast jouw ontmaagde lichaam. Maar het kunnen ook gebakjes zijn, ik heb mijn bril niet op.
Er rijdt een hoogwerker in een rolstoel door de straat om de bomen van een kuifje te voorzien. Ik ben even een reporter in mijn eigen straat, een journalist die het voor de onderbroeken doet.
Ik red een tamme kastanjetak in bloei van de ontuchtige dood in de hakselmachine. Een takkenlawaai maken die krengen als je een kater hebt. Ik hang je aan de waslijn te drogen. Misschien dat je humeur dan niet verlept.
Jeroen Splinterman
Hypnose
Het leek net een vorm van mediteren, ik staarde naar mijn bewegingsloze lichaamsdeel en nog voor dat ik het in de gaten had, verdween de achtergrond van mijn leven.
Ik had geen afkomst meer, ik had geen eetstoornis gehad, mijn moeder was geen hoer meer, ik was geen bediende meer op een schip vol gehandicapten, mijn hamster was verdwenen.
Ik was geen mens, ik was een vogel!
Waarschijnlijk was ik in een vorig leven een merel geweest en was dat in mijn onderbewustzijn komen door fladderen.
Ik vond het wel een prettige gewaarwording en ik zong een aardig vogelliedje.
Wanneer ik dreigde uit mijn hypnose te geraken, keek ik weer naar mijn opgestoken middelvinger.
De rest van het boek las ik niet uit, want ik had als merel niets aan een boek over hypnose en het fladderende leven beviel mij uitstekend in het voorjaar van mijn droom.
Jeroen Splinterman
zondag 20 september 2015
Van de heks en een wolf
Ik heb ze ook gekend de indianen die in duisternis geloven, de snuivende meisjes in het wc-hok van het jeugdhonk. Ze kwamen bij me lenen en stelen, ze namen het brood onder mijn lippen vandaan.
De heks was mijn vriendin, ze nam me mee op het slechte pad, spijbelen van school om etalages te bekijken, verhalen vertellen in een telefooncel. Maar ik ben geëindigd met een bezemsteel, op de stoep van een straat in de stad.
Ik veeg nu lange straten schoon, om de wolven te verleiden, met hun staart tussen mijn benen. Ik jaag op hersenschimmen om de herfstvakantie door te komen, en aan mijn taakstraf te voldoen.
Violette Z.
zaterdag 19 september 2015
Bloemen
Op een dag kwam ik de buurvrouw op straat tegen, omdat ze niet zo heel goed Nederlands sprak en nogal druk was, probeerde ik het kort te houden. Ze vertelde trots dat ze de post onder de deur door had geschoven, tijdens mijn afwezigheid, en toen ze begreep dat ik ziek was geweest, vroeg ze of ik weer beter was. Als je aan een chronische aandoening lijdt is dat altijd een moeilijk moment, maar we namen met blijde gezichten afscheid.
Een paar dagen later werd weer de post onder mijn deur geschoven, een kaartje van de andere buren, die mij een fleurig jaar toewensten en een fleurige kerst. Het was een zinspeling op de bloemenstal die zij beheren. Ik vond het plezierig maar op het kaartje stond: Jullie.
En ik was geen jullie, ik ben nog steeds geen jullie, en ik heb ook geen jullie. Ik bedacht me dat het waarschijnlijk een standaardkaartje was, zoals dat wel vaker met kerstkaartjes het geval is, en ik vroeg me af of het een hint was om bloemen voor kerst te gaan kopen in de bloemenstal bij het ziekenhuis.
Vanochtend kwam ik thuis van boodschappen, in erg drukke winkels, om toch nog een paar kleinigheidjes voor kerst te kopen, om niet helemaal in mijn eentje te creperen. Er werd toen aan de deur geklopt. Het was de buurvrouw uit Afghanistan, ze had een grote bos lelies in haar hand, waarvan ik al zag dat ze niet helemaal fris meer waren. In haar beste Nederlands vertelde ze dat ze nog wel twee maanden goed zouden blijven, hetgeen twijfelachtig was, omdat er al bloemblaadjes tijdens het aanpakken vanaf fladderden. Ik bedankte haar met een brede glimlach en bemerkte in mijn armzalige woning dat lelies een heel aparte geur hebben. Ik besloot een van mijn vrienden een fles wijn te brengen en een tak van de lelies. Toen ik de deur uit ging kwam ik de buurvrouw van de bloemenstal tegen. Ik dacht even dat ze schrok, maar ik bedankte haar vriendelijk voor de bloemen en wenste haar een fijne kerst. Ik merkte al dat ze wat vreemd opkeek toen ik haar bedankte voor de bloemen, waarschijnlijk had zij ze aan de buurvrouw van twee hoog gegeven en had die gedacht wat moet ik ermee, of dan moet de buurman ook bloemen krijgen.
Ik ging op weg naar de vriend om hem de wijn voor de kerst te brengen, tezamen met een lelietak.
Toen ik bij hem aankwam zei hij:
“Ja, maar ik heb die andere fles wijn ook betaald, en die lelies die heeft ze mij ook al proberen aan te smeren. Ik moet ze niet”
Het kostte mij wel wat moeite op precies na te gaan hoe het zat, en ik zal het waarschijnlijk ook niet te weten komen. Ik vond het jammer dat je de lelies niet kan opeten, maar de geur is wel plezierig.
Al met al was het een ludieke nieuwe kennismaking met mijn buren, en zit de sfeer voor de kerstdagen er al goed in. Alleen jammer dat die vriend die tweede fles wijn ook is komen ophalen.
Evolutietheorie
Wanneer je bij mij komt vannacht versluier ik jouw eenvoud met mijn liefde. Voor bomen die ik heb getekend verzin ik nieuwe vruchten zonder zaad. Alsof ik iets van ons geheim voor de toekomst mag weten te bewaren.
De zee neemt mij mee naar het eiland waar alle diersoorten zich verzamelen. Voor de simpel herkenbare waarheid die uit jouw ongenoegen spreekt zal ik de evolutietheorie herhalen. Er waren ooit apen en nu is er de mens. Nu is er de mens.
We zijn als kleine mensen geboren, met allerlei tekortkomingen, en een met een onbeholpen geloof. Soms zien we het licht boven de zee, tijd voor een ander seizoen.
Nu we op reis gaan, met onze tassen, in een uit dromen ontstaan voertuig, komen we plotseling tot het besef dat we in Madurodam wonen. We stappen uit voor de stilstand op een plein, dorst hebben we, en we snakken naar Russische thee. We komen telkens dezelfde mensen tegen, de wereld lijkt niet groter dan de notendop waarin hij wordt beschreven. Je mist de oude buurt, met de gekke buurvrouw en het grote Belgische konijn dat vet gemest werd voor Kerstmis.
Ja, de wereld wordt beschreven door dwazen die nieuwsgierig zijn. Het nieuws lekt voortdurend. In de dagboekbrieven die we schrijven kom je politiek, voetbal, bier en vrouwen tegen. Er is nooit tijd voor een nieuwe onderbroek of een item over mosterdallergie en de netelroos die daar het gevolg van is.
De wasmachine van de buurvrouw heeft een ononderbroken leven. Ergens in de verte danst een sombere koningin die veel te groot is voor onze kleine huizen. Onze gedachten zijn als in een wespennest, een voortdurende ingang of uitgang voor allerlei uiteenlopende beschavingen. Diep in het duister van de beschaafde wildernis speelt een dronken paus poker met een clown.
Er staat een koets vol met bloemen bij het café aan het plein. Er vaagt een miniatuuragent of we om de toren willen blazen, maar we rijden nog een rondje rond de kerk voordat we het laatste nieuws herlezen.We zijn als sukkels van onze sokkels gevallen, en aan het einde van de rit is er een tunnel waar we ons verleiden tot een nieuwe waarheid die met ons afspreekt dat er lente zal komen. Om Madurodam te laten ontwaken uit haar dromen komen er allerlei belangrijke gasten om onze koekjes te proeven. En om over Onslow Mekkingtos te praten.
De bittere armoede, die niet door ons is verzonnen, houdt ons doorgaans op de been. Omdat we in ons huwelijk geen leegstand hebben te vrezen vanwege de flexibiliteit van onze tent verzamelen wij schelpen, die wij vinden op het strand. Tijdens onweer slaan we warme dekens over onze hoofden, die zwijgen, nederig omdat het tijd wordt om aan de toekomst te denken. Meestal voldoet ons zwijgen om de stilte te behouden. We kopen een kleine kachel en stoken die totdat de temperatuur ons weer doet voelen dat er zonder die warmte slechts koude intieme leegte is, zoals jij het mij toefluistert met iets van een weerklank in jouw stem. Armoede, het is voor ons niet alleen een woord maar een bestaan, waar je niet aan kan wennen.
Op zoek?, op weg?, dwalende?, wie zal het zeggen. Op zoek naar een dieper geloof, niet eens zo zeer in het opperwezen, maar in de waarde van mijn aanwezigheid hier op aarde.
Ik, Alfons Bortano, een onbekende zonderling, van putjesschepper naar nietsnut, van tuinman naar achter de geraniums, in een identiteitscrisis op weg naar een intake in een gekkenhuis dat bekend staat om zijn gekken en hun niet af te leren gedragingen.
Het gesprek is niet mals, er worden flink wat stereotypen uit de grond getrokken om mijn aanwezigheid te duiden. Ik denk aan de dichters, Achterberg, Ouwens, ik denk aan een gedicht van Fernando Pessoa, Ik ben niets, klinkt er wazig in mijn hoofd.
Ik denk dat het goed zal zijn de aandacht van mijn persoon af te wenden. Dat lukt heel aardig, het meest gebruikte symptoom is mijn aanstekelijke lach. Of lacht zij mij uit?
In mijn gedachten schrijf ik een brief aan een vrouw hier op de wereld, maar ik kom verder dan een licht boven de zee. De horizon lijkt eindeloos.Te veel vragen spoken er in mijn gedachten.
Ik ben op zoek naar een dieper geloof in de innerlijke wereld, en ik kom beminnelijke dwazen tegen, zomaar met woorden zoals ik ze zelf het liefste lees. Ze schrijven gedichten, hebben prachtige gezichten. Ze zijn overal waar je het niet verwacht.
Het afscheid verloopt onbeholpen, het voltooien van de diagnose zal per telefoon worden afgehandeld. Ik ga weer op weg naar huis, mijn fiets staat aan de andere kant van het grote plein.
Het is druk op het Museumplein, een oude vrouw scheldt een jongetje uit dat op de stoep aan het fietsen is. Even voel ik sympathie voor de oude vrouw, maar als ik het jongetje zie is die sympathie snel over.
Mijn moeder is mijn naam vergeten, nu ik op zoek ben naar een dieper geloof, in mezelf en in de wereld, fiets ik naar de rand van de pannenkoek, nabij het einde van de wereld, om mijn eenzaamheid uit te zwaaien.
zaterdag 30 mei 2015
Het gestolen schilderij
zondag 17 februari 2013
Het gestolen schilderij
Het gestolen schilderij
In de nacht van 24 juni 2009, wordt in de Pater Broodwunsterlaan in Paardelarij, een kleurrijk schilderij gestolen, door twee heren van middelbare leeftijd. De galerie, een afgelegen herenhuis met een verbouwde benedenverdieping is op dat moment onbewaakt en verlaten, omdat de bewoners en eigenaren van de galerie, Truus en Peter, op vakantie zijn naar Spanje om daar de kunstmarkten af te struinen op zoek naar veel belovend talent.Een bewakingcamera legt echter alles vast, en op de beelden is later te zien hoe twee dikke mannen van middelbare leeftijd, waarvan één met een snor, en de ander een baard, één tamelijk groot schilderij voorzichtig uit de toonzaal verwijderen.Vanuit het luxe vakantieappartement in Spanje bekijken de galeriehouders, Truus en Peter, pas de volgende ochtend via het Internet naar de bewakingbeelden van de camera. De schrik is groot. Niet alleen omdat ze zien dat er een belangrijk schilderij uit de galerie wordt gestolen, maar vooral omdat ze de twee mannen, de dieven, vrijwel onmiddellijk herkennen als Jaap en Karel, uit Paardelarij.Truus en Peter besluiten de politie niet te verwittigen, maar onmiddellijk terug te keren naar Nederland.Ze stappen direct in de auto en vertrekken naar het Noorden, terug naar Nederland."Waarom Jaap en Karel?" vraagt Truus verontwaardigd."Ja, waarom Truus, weet jij het?""En waarom Naakte jonge vrouw naast opgezette zwaan, het zijn toch homo's?""Ja, maar Hubert Stuipje was ook homo, toen hij nog leefde?""Ja, en Truus, wat bedoel je daarmee?""Nou die schilderde toch ook naakte vrouwen?""Ja, dat is waar, maar alleen naast een opgezette zwaan""Het is een van de mooiste schilderijen uit zijn oeuvre""Nooit gedacht dat de dochter van de burgermeester model zou staan""Maar wat moeten Jaap en Karel met dat kostbare werk""Ik weet het niet Truus, misschien houden ze van kunst en hebben ze geen geld"antwoordt Peter terwijl hij door wat extra gas te geven, de mercedes nog meer snelheid geeft op de brede snelweg in Noord Spanje."Maar zo opzichtig, zouden ze de bewakingscamera's niet hebben gezien?""Misschien wel Truus, maar ze gingen in ieder geval voorzichtig met het schilderij om".Truus kijkt naar Peter, en ziet dat hij alweer een paar grijze haren erbij heeft gekregen. Peter kijkt strak voor zich uit over de snelweg, ze naderen de grens met Frankrijk."Wat ben je van plan Peter ?"" Ik ben nog aan het nadenken Truus"" Naakte jonge vrouw naast opgezette zwaan is mij dierbaar""Dierbaarder dan welk ander schilderij dan ook."Ondertussen in Paardelarij hebben Jaap en Karel het schilderij opgehangen in de woonkamer."Echt een prachtig schilderij Karel""Ja, Jaap, een echte Hubert Stuipje""Zie eens hoe kunstig die zwaan zowaar tot leven is gebracht""Terwijl het een opgezette zwaan is""Zie je die kleuren?""Ja Karel, ik zie die kleuren""Dat zijn de innerlijke kleuren van de ziel.""Dat is de hals van de waarheid, de hals van de zwaan""Met een droomgebaar op het doek gebracht.""Bijna onmogelijk om hier een vervalsing van te maken""Ik hoop dat het je lukt een lijkende vervalsing te maken.""Zelfs een slecht gelukte copy is waarschijnlijk veel geld waard""Geen gemakkelijke klus, Karel, maar met de nieuwe verf zal het wel lukken""Ik heb niet voor niets jarenlange cursussen gevolgd"Jaap, gaat onmiddelijk aan de slag, en na enkele uren heeft hij een begin gemaaktwat al aardig op het origineel begint te lijken. Nu moet eerst de verf een tijdje drogen voordat hij er verder mee aan de slag kan.Peter en Truus zijn inmiddels in Zuid Frankrijk en na een lange stilte zegt Truus."We kunnen niet naar de politie gaan Peter, dat zou te riskant zijn.""Niemand mag er achterkomen dat wij de jonge naakte vrouw bezitten""Aan de andere kant, het opent de weg naar een huishoudster.""Nee Truus, we hadden afgesproken van niet.""Nee Truus, ik weet nog niet hoe we dit moeten oplossen."Ondertussen is het in Paardelarij tijd om te gaan slapen. Karel en Jaap hebben een goed gevoel over het schilderij. Jaap valt vlot in slaapen droomt die nacht over de schilderkunst en over opgezette zwanen.Karel daarentegen droomt over een naakte jonge vrouw, zoals alle andere mannen tegenwoordig. Hij is bezig met het schrijven van een misdaadroman, Joop, maar de voorpublicatie van het eerste hoofdstuk deed zoveel stof opwaaien onder de vrouwelijke lezers van de schrijversite dat hij het onmiddelijk verwijderde, en ter overpeinzing terug verstopte in zijn persoonlijke computer.Hij is vast van plan een misdaadroman te schrijven, met het geld dat ze met de vervalsing gaan verdienen kunnen ze eindelijk op vakantie naar Markorika, waar hij midden in een uitgestrekte wildernis een grote boomvilla heeft aangelegd, die alleen maar per ezel te bereiken is.
*
© september 2009, mobar
Geplaatst door Mobar Vorstkasteel op 14:00 2 opmerkingen:
Mobar Vorstkasteel13 november 2010 14:04
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen
Mobar Vorstkasteel13 november 2010 14:05
Een fraai woordenspel Lippenstift!
Ik ben te spreken over de kwaliteit van dit gedicht.
Hamerend , bezwerend, leest als een klacht die nooit meer stopt,
een open mond en wond. Wil je ze echt kunnen waarderen,
moet je ze achter elkaar lezen (jouw gedichten - vind ik tenminste).
Wat ik dan ook weer heel graag gedaan heb.
Het hoort bij mijn geestelijke gestoordheid dat ik fictie
en werkelijkheid onderling verwar en soms herschik,
maar één ding weet ik zeker, ik ben een bijzonder gedrocht.
Mijn woordkeuze bevalt me niet altijd maar een oude naaister
met een rijbewijs vind ik wel leuk gevonden.
Droomverlangens laten werkelijkheid ontstaan,
of andersom.
Rock de Robot 2009.
donderdag 16 april 2015
Nooit meer onzichtbaar
Nooit meer onzichtbaar
Bevrijding van bewogen ogenergens achter stil gesloten gordijnen
mag er niet gerookt worden
in laag hangende nachtelijke mist
zij keert een wonderdroom om
in de stamkroeg, wulps en dansend
zonder haar lach te verliezen
ademt ze nauwlettend
alle lispelende letters
tussen dun, flinterdun papier
en dieper zichtbare inkt
vervloeit haar vrouwelijk
wezen in schrijfwijze
haar volle intellectuele breedte
ligt in innerlijk gevoelen
van samensmeltenden zinnen
uitgesproken zachte warmte.
Schrijver:
mobar
Inzender: Henk van Dijk, 06-05-2009
maandag 2 maart 2015
Geachte droomwereld
woensdag 21 januari 2015
Geachte droomwereld
James Absurdy - Droomwereld van Splinterman |
Geschreven door mobar |
woensdag, 01 september 2010 14:27 |
Amsterdam Herfst 1999
Geachte droomwereld, Het absolute einde van de gewelddadige twintigste eeuw nadert met rasse schreden .De tijd slaat zijn laatste adem vooruit naar nieuwe geschiedenis en nieuwe avonturen. De mensen maken zich klaar voor een nieuw begin, ook de mensen in de Baarsjes, een Amsterdamse volkswijk, met een rijke geschiedenis van armoede en een mengelmoes aan culturen, Marokkanen, Turken, Indische mensen, Surinamers, Antilliaanse mensen, mensen uit Europa, en mensen van Nederlandse afkomst. De mensen maken zich klaar voor een nieuw begin.Ze hebben werkelijk geen flauw benul van het feit dat er een teleurgestelde gek in de buurt woont. Misschien zijn de mensen wel blij met nog een extra gek in de gezellige volksbuurt. Maar er wonen al zo veel gekken op de wereld, moet er nu echt nog een gek bij? De mensen maken zich gereed voor een opgewekt begin dat moet aanvangen met de komst van de nieuwe eeuw. Iedereen is druk bezig. Jan en alleman is gezellig in de weer. Er is een nieuwe bredere stoep aangelegd, de oude straatverlichting is vervangen door lichtpalen met modernere uitstraling, en verstrooider licht. En er worden bomen gepland. Zoveel mogelijk bomen om de straat groener te maken, en iets minder saai en stedelijk. Nieuwe fietsrekken, andere balkonpalen, meer speelruimte voor de kinderen, alles komt in orde. De nieuwe eeuw komt eraan. Ik heb de man van de nachtvracht verlaten, een laatste blik op mijn naakte lijf en de honingbij op het verstilde schilderij geworpen. Ik heb de kroegbaas uitgescholden en hem een afscheidsbrief geschreven. Met daarin het verzoek mij die laatste honderd gulden nog te betalen, voor mijn barre barwerk in de kroeg van het melodieuze hart. Ik heb de magere kunstenaar een fles oude jenever gegeven, en ik ben platzak op weg gegaan naar Amsterdam. Mijn naam is Hubert Stuipje, maar dat wisten jullie al, want ik stort hier regelmatig mijn hart uit. Mijn vriendenkring bestond uit intellectuelen die allemaal worstelden met alcoholisme en verslaving aan wereldliteratuur. Ik schrijf mijn dromen op in brieven. Ik schrijf dit brieven droomverhaal voor mijn beste vriend Florian van Driesteveld, een liefhebber van het leven. De enige mens ter wereld die ik echt kan vertrouwen, omdat het een mens is zonder vooroordelen jegens minderheidsgroepen. En omdat hij onzelfzuchtig is ingesteld, en niet op mijn geld of liefde uit is, zoals mijn vroegere vrienden. Het kunstenaarsgroepje waar ik nu reeds twee jaar lid van ben, is nog steeds wennen. Er wordt ontzettend veel door de leden gezopen, en de meeste zijn te lui om te werken. Ik ga maar weer verder met de kleine portretjes, ik heb er één weten te ruilen voor een aantal gedichtenbundels van de dichter Kees Ouwens. Ik ben erg blij met deze bijzondere gedichten, en er is weer iemand blij met een portretje van de jonge Bob Dylan aan de muur. Ik mag volgend jaar op de kunstmarkt van Zandvoort staan, dus ik ga nog eens extra mijn best doen. Hubert Stuipje.
© augustus 2010, mobar
|
Uit jouw hart
Uit jouw hart
Wat weet ik nog
van zachte wangen
de tuin des levens
is door grind vervangen
ik heb geen reden meer
om lief te hebben
naar die dromen
van ooit, ons samen
toen ik me
als geen ander
mocht bekwamen
in het verzamelen
van jouw hartstocht
de deur voor altijd gesloten
alleen voelbare heimwee
verlangen neemt mij mee,
naar toen, jij te paard
vanuit het overstaande bos
naar mij zwaaide in de verte
op weg naar een nieuw
en ander leven,
na afloop van
de emotionele revolutie
weer terug naar jouw verstand
en plaats onder de zon,
met mijn brief in jouw hand
zoveel geheimen nog niet helder
gegeven, laat me maar alleen
dit is de prijs van echte liefde.
Schrijver: mobar
Inzender: Henk van Dijk, 15-12-2008
Hartslag van de liefde
Je weet niet meer waar ik woon
in welke straat of andere stad
je bent mij uit het oog verloren
schreef ooit nog een brief aan de toekomst
maar die lag niet meer naast mij
ik hunkerde geen zins naar het verleden
dat jij afstofte met een bloot geheugen
voor pikante details en wild verlangen
en waar jij woont zou ik niet willen weten
ik herhaal mezelf in een zeldzaam vergeten
doorwortel winters zonder aanspraak
schimmige mensen op de achtergrond
geroezemoes achter de schilderszolder
waar een ontlede ziel de horizon schildert
ook deze keer met donkere wolken
en een magere zon die boven de huizen wandelt
als het vergeten niet mag lukken
denk ik soms nog aan jouw hartslag
en wat ik daar ooit mee voelde
maar het leven komt niet terug
is begraven onder dromen.
Schrijver: mobar
Inzender: Henk van Dijk, 02-01-2009
donderdag 26 februari 2015
Kindvrouwtje
Kindvrouwtje
.
Ze probeert nog te herinneren
tussen touwtje springen en ballet
er is geen groter verschil
in dit leven vol poppenhuizen
.
ze dwaalt af met haar neus
de computer voelt haar adem
wordt verkouden door herkenning
danst vanavond in een hoepelrok
.
we zijn allemaal samen
naakt op deze aarde geboren
o horizon van het potlood
o zeemeermin van de optelsom
.
vermenigvuldig uw energie
met de lengte van haar haarspeld
en laat de zeemeeuwen afscheid nemen
van de duister bemind gebruinde waanzin
die zo lang in haar binnenste schreeuwde.
.
Ze probeert nog te herinneren
tussen touwtje springen en ballet
er is geen groter verschil
in dit leven vol poppenhuizen
.
ze dwaalt af met haar neus
de computer voelt haar adem
wordt verkouden door herkenning
danst vanavond in een hoepelrok
.
we zijn allemaal samen
naakt op deze aarde geboren
o horizon van het potlood
o zeemeermin van de optelsom
.
vermenigvuldig uw energie
met de lengte van haar haarspeld
en laat de zeemeeuwen afscheid nemen
van de duister bemind gebruinde waanzin
die zo lang in haar binnenste schreeuwde.
woensdag 25 februari 2015
Mannenborst
Mannenborst
Volwassen/18 jaar / Geen Thema / Geen Thema
En ik verlang nog naar jouw mannenborst
de lach in je stem deed mij huiveren
ik bibberde een beetje door de eenzaamheid
en het zware leven van de laatste tijd
maar de glimlach van jouw hartgeluid
deed mij trillen in mijn hunkering
bij je op schoot te gaan zitten
als een lief klein Okselaapje
met mijn hoofd tegen je mannenborst
en mijn hand voelend aan je grote worst
terwijl je zachtjes verder fantaseerde
over een buurman veel dichterbij
en verliefder dan ik met grotere pik
zocht je met je handen
naar mijn zachte delen
en langzaam gaf ik mij over
uit mijn eenzaamheid
vroeg of je ook verliefd was
op de buurman zoals ik
en toen lachten we
zoals we vroeger
in een eerder verleden
ook wel deden
toen je mij zag spelen
in het zand van een ander land
ver weg van hier, een lekker dier
nog te jong om je te begrijpen.
...
- mobar -
Nino de Pino
Wednesday, January 31, 2007 11:57
mooi geschreven Okse L.
grtz.
En ik verlang nog naar jouw mannenborst
de lach in je stem deed mij huiveren
ik bibberde een beetje door de eenzaamheid
en het zware leven van de laatste tijd
maar de glimlach van jouw hartgeluid
deed mij trillen in mijn hunkering
bij je op schoot te gaan zitten
als een lief klein Okselaapje
met mijn hoofd tegen je mannenborst
en mijn hand voelend aan je grote worst
terwijl je zachtjes verder fantaseerde
over een buurman veel dichterbij
en verliefder dan ik met grotere pik
zocht je met je handen
naar mijn zachte delen
en langzaam gaf ik mij over
uit mijn eenzaamheid
vroeg of je ook verliefd was
op de buurman zoals ik
en toen lachten we
zoals we vroeger
in een eerder verleden
ook wel deden
toen je mij zag spelen
in het zand van een ander land
ver weg van hier, een lekker dier
nog te jong om je te begrijpen.
...
- mobar -
Nino de Pino
Wednesday, January 31, 2007 11:57
mooi geschreven Okse L.
grtz.
Decemberkoorts
Decemberkoorts
Denkend aan jeugd, verzonnen reizen
muggen geestig, dansend boven riet
ter hoogte van dromen, schoonheid
wegzinkend in machteloos verdriet
alle gedachten wezenloos gespannen
koorts langzaam bijna onaanraakbaar
warmt het bed, wijl buiten sneeuw
hagel en vorst de straten kwelt.
04-12-2008 mobar netgedicht
Decemberkoorts 218 6.83 6 0
zondag 15 februari 2015
Gevleugelde waarheid
8 - Gevleugelde waarheid
© Copyright Henk van Dijk
Hersensprookjes - 2008 - 2010 |
Geschreven door mobar |
donderdag, 29 maart 2012 23:54 |
"Neophron percnopterus, Aquila chrysaetos, Haliaeetus albicilla, Hieraaetus fasciatus, Ptyonoprogne rupestris, Riparia riparia, Coccothraustes coccothraustes. " De blonde Alfons Antana spreekt de namen voorzichtig uit, met een Rooms Katholieke plechtige toon in zijn breekbare jongensstem. Maar plots reageert hij achterdochtig, kijkt hij indringend naar zijn verlegen vriend, die in de luwte van een boom staat te luisteren naar de wijsheid van zijn vriendje. "Ik zal je naam nooit aan iemand verklappen". De jongensstem klinkt bijna afkomstig van buiten de aarde. Een metafysische bescheidenheid klinkt er in door. Goddelijke eenvoud! Een zwijgen der planeten. Vergeten der talen, verdwalen. Verdwalen in een land zonder talen, wetten, wetenschap. Hij denkt even na, en herhaalt dan opnieuw: "Neophron percnopterus, Aquila chrysaetos, Haliaeetus albicilla, Hieraaetus fasciatus, Ptyonoprogne rupestris, Riparia riparia, Coccothraustes coccothraustes. " Misschien dat deze stem, de werkelijkheid kan veranderen. Iets van alle waanzin kan relativeren. De wereld weer het normale ritme laten hervinden, van opstaan zonder dromen, en klaarheid voor de waarheid. Een gevleugelde waarheid. Een waarheid zonder dwalen. "En ook nooit iets over de kist... " "Ik zal ook nooit iets over de kist verklappen." Er wordt iets gezegd over de waarheid. Iets wat de jongens hebben gevonden. Maar misschien is die niet voor beide vrienden hetzelfde. Ze kennen elkaar uit een verleden, een leugenachtig verleden vol verzonnen personen, niet bestaande ouders. Ze zijn nog voldoende jong om te dromen, maar eigenlijk al te oud om te zwijgen. Hoe zouden ze het vol moeten houden om over de kist te zwijgen. Hoe zouden ze het aan de wereld kunnen blijven verzwijgen, dat ze de boeken van de zonderlinge James Absurdy werkelijk hebben gevonden. De leugenachtige mensen zijn uit de werkelijkheid verdwenen, ze denken anderen te belazeren. Maar ze belazeren meestal zichzelf, met alle rancune, alle haatdragende wortels. Ze moeten geen ruzie maken waar de kinderen bij zijn. Kinderen hebben ouders niet zelf gekozen. Kinderen hebben niet gevraagd om deze wereld van haat en oorlog. Er zijn nog steeds kinderen met een onzichtbare naam, een andere persoonlijkheid om in de waarheid te vluchten. Er zijn nog steeds kinderen met een naamloos, anoniem bestaan. Kinderen die zelf een vriendje verzinnen. Een vriendje dat voor niemand anders bestaat. Een vriendje dat ze in vertrouwen kunnen nemen. " Aegolius funereus , Neophron percnopterus, Haliaeetus albicilla, Hieraaetus fasciatus, " Alfons spreekt voorzichtig met zijn breekbare stem. Voor het eerst die middag glimlacht Florian, maar het is een voorzichtige glimlach. Hij herinnert zich de prachtige gedichten van James Absurdy. De volgende nacht is het onrustig op het platteland, waar de beide jongens wonen. Die nacht is er een geit van een tweeling bevallen, Juultje, een geitje met een witte vacht, en Gijsje, een bokje met een bonte vacht. Ver achter het huis slingert de lange bocht van een verlichte snelweg door de polder, waar de wolven vrij spel hebben. In het houten huis waar Alfons Antana woont is het nu eindelijk stil. De jongens, Alfons en Florian, hebben maandenlang geen enkel voornemen gehad, om weer naar het vogeleiland te gaan. Maar nu het zomer wordt, de meimaand is gekomen, kunnen ze niet anders. Deze ochtend, na de bevalling van de geit, is het zover. Er moet iets gedaan worden aan de onzichtbaarheid van de vergeten schrijver James Absurdy. Ze hebben het plan opgevat het dikke boek "Stempel van de liefde" naar een bekende uitgeverij te brengen. "We zijn er bijna Florian" "Idioot! Je zou mijn naam nooit uitspreken!" "Sorrie van Driesteveld, mijn woorden zijn al vervlogen" "Laat ook maar, op naar de kist van James Absurdy!" "Mijn naam heeft niemand hoeven horen, de vergankelijkheid is zo ijdel als zonlicht, iedere avond onderdanig gestorven in trots, mijn naam behoeft geen fluistering in de wind". "Ik ben de eenvoud zelve." Florian is van plan onzichtbaar te blijven. Als het aan Alfons Antana ligt, voorgoed. Dan is het geheim tenminste veilig. |
donderdag 12 februari 2015
Het lege huis
Het lege huis
© Copyright Henk van Dijk
Hersensprookjes - 2009 -2012 |
Geschreven door Sally Winterflow |
woensdag, 06 april 2011 15:44 |
met de kanker als een woeste vogel in een vogelkooi van ziek gevoelde dagen jouw uitgehongerde lijf lezend, in ziektebed, uit zelfbehoud muziek van doden, eerder gestorven dan de vrouw die je, geestgericht, liet blijven. |
Kluitje van het rietland
9- Kluitje van het rietland
© Copyright Henk van Dijk
Hersensprookjes - 2008 - 2010 |
Geschreven door mobar |
vrijdag, 30 maart 2012 00:14 |
"Ik zal je naam nooit verklappen, ook al martelen ze mij met rattenklemmen of billenknijpers" “ Ook al dwingen ze me vier jaar lang iedere dag een gedicht te schrijven over dezelfde theemuts.” De stem van de jongeman lijkt soms wat wanhopig. “Ook al zeggen ze dat de waarheid geen dichters kent.” Nog wanhopiger. "Ik ben blij dat jij mijn vriend bent"..... Twee bevriende achttienjarige jongens, zijn in de natuur om de winterdieren te voeren. Thomas heeft kastanje bruine haren en een dikke groene jas aan. Hij mag de naam van zijn vriend niet verklappen, dat hebben ze aan elkaar beloofd. Als ze midden op het vogeleiland zijn vinden ze op het winterse eiland nog bevroren sporen van de zomer terug. Ze weten al jaren dat daar de kist staat. Maar hebben beloofd over de kist te zwijgen, alleen, wanneer de droomwereld het toestaat gaan ze terug naar de kist. Op een afgelegen plek tegen een oude boom staat de grote houten kist. Nieuwsgierig halen ze de oude rottende bladeren van het deksel van de grote kist. Op de kist zit een koperen plaat met daarin een naam gegraveerd. "James Absurdy" De kist is afgesloten met een hangslot. Nooit eerder durfden ze de kist te openen. Maar nu is het moment gekomen. Na wat gerommel met een zakmes lukt het Thomas de kist open te krijgen. Verbaasde ogen kijken naar de papieren, schriften en boeken in de kist. Als ze verder in de kist kijken vinden ze allemaal handgeschreven gedichten die mensen hadden geschreven vanaf 2005 tot aan 2015. Gedichten van Alfons Antana, Violette Zandheuvel, Jaap Smet en anderen. En boven in de kist ligt een hand geschreven brief. Thomas leest de brief hardop voor: Beste psychiatrische geneesheer, Sedert januari van verleden jaar, een jaar met vele ongemakken, ben ik cliënt, van uw onbekende missie, de mensheid verder te helpen, door te praten met het individu. En indien noodzakelijk: Een ondersteuning met medicatie, en boksles in een kelder. Of diverse watervaste kleurpotloden om mijn frustraties artistiek te illustreren. Ik slik nu al enkele maanden, de halve pil, tegen sociale angsten, maar er is in mijn situatie weinig verandering gekomen. De halve pil doet me te weinig, en de hele pil is mij te heftig. Na jaren van het kastje naar de muur te zijn gestuurd, op zoek naar hulp, bij psychische problemen, ben ik nu van de regen in de drup beland. En ik kan mij niet herinneren, mij ooit zo ongelukkig te hebben gevoeld, tegenover een hulpverlener, zoals heden het geval is, nu u mij vanuit uw beroepsgebruik met een kluitje in het riet heeft gestuurd. Ik erger mij aan de manier waarop de visite verloopt. De voortdurende verwijzingen naar Nederlandse spreekwoorden, die u maakt en waar u op een hinderlijke manier bij lacht. Het ongevraagd notities maken, en de dubbelzinnige toon van het gesprek worden door mijn innerlijke ziel als schrijnend ervaren. Ik vind het een oneerlijke manier van een gesprek voeren. In plaats van de problemen te verlichten, heb ik er een probleem bij gekregen. Een psychiatrisch geneesheer met een te groot ego. De meest optimale vorm van respect is wederzijds respect. In de hoop op bezinning, James Absurdy. |
Kluitje
Kluitje 2
© Copyright Henk van Dijk
Droomspiegel
© Copyright Henk van Dijk
Hersensprookjes - 2006 - 2009 |
Geschreven door mobar |
vrijdag, 09 maart 2012 13:52 |
"Ik zal je naam nooit verklappen, ook al martelen ze mij met
rattenklemmen of billenknijpers" “ Ook al dwingen ze me vier jaar lang
iedere dag een gedicht te schrijven over dezelfde theemuts.” De stem
van de jongeman lijkt soms wat wanhopig. “Ook al zeggen ze dat de
waarheid geen dichters kent.” Nog wanhopiger. "Ik ben blij dat jij mijn vriend bent"..... Twee bevriende achttienjarige jongens, zijn in de natuur om de winterdieren te voeren. Thomas heeft kastanje bruine haren en een dikke groene jas aan. Hij mag de naam van zijn vriend niet verklappen, dat hebben ze aan elkaar beloofd. Als ze midden op het vogeleiland zijn vinden ze op het winterse eiland nog bevroren sporen van de zomer terug. Ze weten al jaren dat daar de kist staat. Maar hebben beloofd over de kist te zwijgen, alleen, wanneer de droomwereld het toestaat gaan ze terug naar de kist. Op een afgelegen plek tegen een oude boom staat de grote houten kist. Nieuwsgierig halen ze de oude rottende bladeren van het deksel van de grote kist. Op de kist zit een koperen plaat met daarin een naam gegraveerd. "James Absurdy" De kist is afgesloten met een hangslot. Nooit eerder durfden ze de kist te openen. Maar nu is het moment gekomen. Na wat gerommel met een zakmes lukt het Thomas de kist open te krijgen. Verbaasde ogen kijken naar de papieren, schriften en boeken in de kist. Als ze verder in de kist kijken vinden ze allemaal handgeschreven gedichten die mensen hadden geschreven vanaf 2005 tot aan 2015. Gedichten van Alfons Antana, Violette Zandheuvel, Jaap Smet en anderen. En boven in de kist ligt een hand geschreven brief. Thomas leest de brief hardop voor: Beste psychiatrische geneesheer, Sedert januari van verleden jaar, een jaar met vele ongemakken, ben ik cliënt, van uw onbekende missie, de mensheid verder te helpen, door te praten met het individu. En indien noodzakelijk: Een ondersteuning met medicatie, en boksles in een kelder. Of diverse watervaste kleurpotloden om mijn frustraties artistiek te illustreren. Ik slik nu al enkele maanden, de halve pil, tegen sociale angsten, maar er is in mijn situatie weinig verandering gekomen. De halve pil doet me te weinig, en de hele pil is mij te heftig. Na jaren van het kastje naar de muur te zijn gestuurd, op zoek naar hulp, bij psychische problemen, ben ik nu van de regen in de drup beland. En ik kan mij niet herinneren, mij ooit zo ongelukkig te hebben gevoeld, tegenover een hulpverlener, zoals heden het geval is, nu u mij vanuit uw beroepsgebied met een kluitje in het riet heeft gestuurd. Ik erger mij aan de manier waarop de visite verloopt. De voortdurende verwijzingen naar Nederlandse spreekwoorden, die u maakt en waar u op een hinderlijke manier bij lacht. Het ongevraagd notities maken, en de dubbelzinnige toon van het gesprek worden door mijn innerlijke ziel als schrijnend ervaren. Ik vind het een oneerlijke manier van een gesprek voeren. In plaats van de problemen te verlichten, heb ik er een probleem bij gekregen. Een psychiatrisch geneesheer met een te groot ego. De meest optimale vorm van respect is wederzijds respect. In de hoop op bezinning, James Absurdy. |
Droomspiegel
Hersensprookjes - 2008 - 2011 |
Geschreven door Florian van Driesteveld |
woensdag, 06 april 2011 19:49 |
de spiegel van mijn dromen was ik eerzucht vond in puur geluk zag ik de bomen als kameraden de natuur niet langer als knecht toen we struinden over de paden werden alle dromen superecht toen de wolken voor de maan verschenen leek het geluk weer plotseling verdwenen. |
Niet altijd rechtlijnig
Niet altijd rechtlijnig
© Copyright Henk van Dijk
Naar de stad 3
Hersensprookjes - 2008 - 2011 |
Geschreven door Hubert Stuipje |
zondag, 17 oktober 2010 21:33 |
Ik voel dat ik zondig ben geweest, en niet alleen op zondag, maar op een doordeweekse dag. |
Je
hoefde Hubert niet te vragen om brieven te schrijven, als hij geen
brieven schreef, werd hij stapelgek. De angsten vraten hem op, en hij
werd verliefd op de wildvreemdste wezens.
Veelal oudere rijpere vrouwen, met enig literair inzicht, die werden aangetrokken door zijn onbevangen, onvolmaakte jongensachtige schoonheid van gedichten schrijven.
Hij schreef brieven aan verre vrienden, maar de brieven vonden nooit een bestemming, en in dat grote eenzame bed, dacht hij aan de dikke kroegbaas, een vrolijke levensgenieter. Een oplichter die fortuin had gemaakt in de kunsthandel, en die overal mensen voor hem had werken, om de kroeg te bevolken en te bevoorraden, om de klanten drank te schenken, en om zijn geld wit te wassen. Er was een volle maan die nacht, de man van de nachtvracht was nog niet thuis en de woorden van de ruzie tussen de dikke kroegbaas en de magere kunstenaar galmden na in het bed waarin Hubert Stuipje lag te woelen.
"Kunstmatige autoriteiten" had hij die woorden al niet ooit eens eerder gehoord?
Hij dacht aan het dode veulen dat hij in de slotgracht van het kasteel had zien drijven.
Het duurde niet lang voordat hij begon aan zijn allereerste droombrieven. Hij probeerde de wereld van zijn fantasie in woorden op te schrijven, maar het meeste wat hij dacht bleef zonder woorden.
Veelal oudere rijpere vrouwen, met enig literair inzicht, die werden aangetrokken door zijn onbevangen, onvolmaakte jongensachtige schoonheid van gedichten schrijven.
Hij schreef brieven aan verre vrienden, maar de brieven vonden nooit een bestemming, en in dat grote eenzame bed, dacht hij aan de dikke kroegbaas, een vrolijke levensgenieter. Een oplichter die fortuin had gemaakt in de kunsthandel, en die overal mensen voor hem had werken, om de kroeg te bevolken en te bevoorraden, om de klanten drank te schenken, en om zijn geld wit te wassen. Er was een volle maan die nacht, de man van de nachtvracht was nog niet thuis en de woorden van de ruzie tussen de dikke kroegbaas en de magere kunstenaar galmden na in het bed waarin Hubert Stuipje lag te woelen.
"Kunstmatige autoriteiten" had hij die woorden al niet ooit eens eerder gehoord?
Hij dacht aan het dode veulen dat hij in de slotgracht van het kasteel had zien drijven.
Het duurde niet lang voordat hij begon aan zijn allereerste droombrieven. Hij probeerde de wereld van zijn fantasie in woorden op te schrijven, maar het meeste wat hij dacht bleef zonder woorden.
© augustus 2010, mobar
Naar de stad 3
Hersensprookjes - 2008 - 2010 |
Geschreven door Donald Dankzand |
zaterdag, 10 maart 2012 00:44 |
Arme, verwaarloosde kinderen liepen naast gebogen, huilende moeders langs hoge bomen over ouderwetse lanen ze droegen zakhorloges, waarop ze lazen de zon ging onder, wolken kwamen dromen namen de plaats in van herinneringen, die vervaagden wat zij jaren als armoedig gezin hadden ondergaan op ‘t platteland was niet te beschrijven met ’t vlakke verstand maar er werd nu, eindelijk een hoofdstuk uit ’t verleden afgesloten het boek van de armoede werd nu bladzijde voor bladzijde gesloten alle spullen werden op een kar geladen om in de stad te worden verkocht een ezel stond klaar om de boel te trekken de contouren van de oude stadsmuren doemden op uit de ellende van de winteravond het koude begin van het jaar had voor extra zorgen gezorgd de kinderen kregen het warm van binnen in de verte zagen zij lichtjes branden de geur van leven kwam hen tegemoet de ezel balkte witregels onder het verhaal de kar verplaatste zich moeizaam het oude balkdier was moe en de wielen waren oud en versleten misschien waren de oude spullen wel niet meer zoveel geld waard en zou de tocht op niets uitlopen hadden zij beter op ’t platteland blijven wonen als dat tenminste had gekund zonder de centen, zonder de warmte. |
Vliegende vrouwen
Vliegende vrouwen
© Copyright Henk van Dijk
Hersensprookjes - 2009 -2012 |
Geschreven door mobar |
zondag, 26 december 2010 15:21 |
Vrouwen kunnen
vliegen, ik las het eerder op het eiland. Het nieuws was al niet nieuw
meer, toen het mij op het vogeleiland had bereikt. Er waren
vogelvrouwtjes, en wormvrouwtjes, en de vogelvrouwtjes konden vliegen,
ik had het al eerder gelezen, ze hebben vleugels, en brengen vrede op
de wereld.
Ik weet het, ik
verlaat deze wereld. Ik ben niet meer van deze wereld. Ik had geen
verleden, en ik heb geen toekomst, ik schijn gewoon op te stijgen door
deze prachtige gebloemde jurk, met innerlijke vleugels. Opnieuw wordt
ik opgetild door mijn droom.
Je bent absoluut
niet meer van mij. We hebben beide geen bezittingen. Het luchtkasteel
lost zich op door de regen van deze herfstdag.
Mijn donkerbruine
ogen kijken over de grazige velden, de verte die oneindig lijkt. De
weilanden zijn groen, er grazen zwart-witte koeien aan de horizon. De
koeien lijken niet te zien hoe ik zweef, ze grazen gewoontegetrouw
door, edelmoedig en sloom, als echte grazers.
Je start plotseling
de motor van de oude auto en rijdt weg en laat mij hier zwevend achter.
De droom heeft mij achterhaald, ik ben figuurlijk door het ijs gezakt,
maar ik blijf dapper in genot.
Mijn gebloemde jurk
begint hevig te wapperen, mijn voeten worden lichter, mijn hart steeds
meer bezwaard door twijfels die ik aan jou moest afstaan.
Ik laat je los, je
bent door gereden, hebt mij hier laten staan, zonder vervoersmiddel. Ik
kan op deze manier nergens heen, ben onveranderd in de gewoonte mezelf
te blijven, door dik en dun, weer en wind.
Ik ben een vrouw, ik
heb me bezeerd tijdens het plassen. Ik bevind mij tussen vliegende
vrouwen en grazende koeien. Deze droom is ongetwijfeld voorbestemd om
droom te blijven.
© december 2010, mobar
|
Draaide de wereld
Draaide de wereld 14
© Copyright Henk van Dijk
Hersensprookjes - 2008 - 2010 |
Geschreven door Alfons |
zaterdag, 10 maart 2012 04:03 |
zich draaide naar de wereld lag er in jouw bruine ogen dat donkerblond verlangen naar droevere weemoed dan die je had gevangen en aan zwarte horizon verloor een boom zijn uiterlijke schaamte en wentelde een droom zich uit de zomer naar een herfstgeraamte. |
Juwelen en zeep
Juwelen en zeep 13
© Copyright Henk van Dijk
Hersensprookjes - 2008 - 2010 |
Geschreven door mobar |
zaterdag, 10 maart 2012 04:01 |
Het is najaar, maar het is nog niet koud. De
vroege avondzon is al verdwenen, op het Griekse vakantie-eiland, met
een eeuwenoude eilandcultuur. Een homoseksueel vriendenstel dat er
vakantie viert, weet inmiddels dat het einde van de zonnige vakantie
nadert. Ze zijn hier naar toegegaan om aan het schreeuwerige wereldje te ontsnappen. Na een bezoek aan de oude Griekse afgravingen, een dag bij het dichtstbijzijnde zwembad en een dagtocht over de bergen en de Lassithi hoogvlakte, hebben de vrienden een rustavond ingelast. De bloedmooie Alfons Antana is in het kleine appartement gebleven, en de blonde Adriaan is, zonder dat aan Alfons te hebben verteld, naar een juwelierszaak in het dorpje Koutoulifari vertrokken. De oude juwelenwinkel is mooi met houten toonbanken ingericht, onder glazen vitrines liggen dure gouden, koperen en zilveren kettingen en ringen en armbanden, en oorbellen. Onmiddellijk ziet Adriaan welke ketting hij wil kopen. De gegevens uit het grijze boek blijken te kloppen, een vierkant medaillon van ongeveer vier bij vier centimeter, en een gouden ketting. De breed geschouderde Adriaan Worteldans haalt het geld uit zijn zwartleren portemonnee. Hij kan het vloeiende Grieks wat hem wordt toegefluisterd niet verstaan. Wat zegt die mooie eilandvrouw, misschien dat liplezen iets uitmaakt, maar daarna kijkt hij in haar eilandogen, ziet de schittering in het donkere bruin, verliefde Griekse eilandogen. Ze staren hem aan met liefde, hij twijfelt even aan zijn geld en aangeleerde manieren, stamelt wat in het Engels, komt een beetje langszij in het Frans. Een wederzijds begrip ontstaat, hij overhandigt haar de betaalbiljetten. Zij pakt het kleinood in een met fluweel bekleed doosje en een zwart goud gelijnd cadeaupapier. Hij weet nu dat het verhaal in het grijze boek het verhaal van de waarheid was. Hij kijkt nogmaals in haar Griekse ogen, misschien moet hij hier de rest van zijn leven blijven wonen, ergens op een berg om gedichten te schrijven, en zij kan dan zijn vrouw zijn, als ze alle juwelen weet te verkopen. Dan kopen we geiten, schapen, varkens, kippen, ganzen, een ezel en fruitbomen. Er is nog tijd, want morgen is alles te laat. Hij kijkt haar nogmaals vluchtig in de eilandogen. Even ziet hij de schittering. Hij neemt snel afscheid van haar. Een groepje lichtelijk dronken Duitse toeristen begint te schaterlachen. Ze willen ook mooie sieraden kopen. Hij stopt het doosje vlug in zijn kleine zwartleren handtas, het maanlicht schemert schuin over de eilandstraten. Het is avond, ze zijn op het vakantie-eiland Kreta. Hij en de bloedmooie Alfons Antana, de danser van de nacht. Ze zijn al eeuwenlang op Kreta, om ervakantie te vieren. En het is er zalig onder het Griekse maanlicht. Het is er zalig dansen in de nacht. De nacht nodigt de dansers uit, voor het droomvervolg. De ronde, Griekse maan schijnt een helder licht over het dorp op het vakantie-eiland Kreta. Bij het okergele appartement in het dorpje Koutoulifari geniet de donkergebruinde Alfons op het balkon van een fijn avondbriesje, en het lezen van een bijzonder hoofdstuk van de spannende thriller Joop, geschreven door Mobar Vorstkasteel, een nog onbekende schrijver van het Europese platteland. De blonde Adriaan Worteldans is nog maar nauwelijks bekomen van de liefdevolle, Griekse ogen in de juwelenwinkel. In zijn stevige handtas van krokodillenleer zit het doosje met daarin het blinkend kleinood. Er waren prachtige sieraden te zien in de juwelierszaak, ringen, armbanden, goud, zilver, brons, maar hij koos tenslotte voor dit blinkend gouden sieraad, omdat het in het grijze boek stond geschreven. Hij had er al over gelezen. Adriaan Worteldans kan zijn twijfel niet meer op de handrem zetten. Hij heeft een langere weg terug naar het kleine appartement gekozen. Zijn vermoeide benen lopen langzaam door de late Griekse eilandavond. Adriaan is onderweg een bankje tegengekomen, met uitzicht over de langstrekkende, Kretaanse heuvel, olijfgaarden tot ver beneden aan het zandstrand van de helderblauwe zee. Hij heeft het doosje uit zijn handtas gehaald, en voorzichtig opengemaakt. Hij bekijkt het schitterende sieraad nauwkeurig. Is het een verstandige keuze geweest? Klopt het verhaal uit het grijze boek? Hij kijkt of hij nog verdere bijzonderheden kan ontdekken. De belangrijkste vraag is nu of hij straks aan Alfons Antana vertelt dat hij deze gouden ketting heeft gekocht. Hij bekijkt de blinkende hanger nog nauwkeuriger, sublieme handarbeid uit een eeuwenoude elegante beschaving. Hij ziet het allemaal voor zich, een hangend appeltje voor de dorst, mocht hem iets overkomen, het is genoeg voor een week in een hotel. Het is hier heerlijk op Kreta, het humeur van Alfons is doorgaans redelijk te verdragen. Hij heeft niet meer van die woedeaanvallen sinds hij dagelijks zijn medicijnen slikt. Het eten is goed, de drank vloeit niet al te gulzig. Alles is gericht op een gezonde vakantie, bij de altijd lonkende diepblauwe zee, enflarden van beschaving uit het verleden, opgetekend in gereedschap, vernuftige werktuigen, en zwijgende dieren, die langzaam maar zorgvuldig werken onder een immer blakende zon. Vakantie op een eiland is verslavend, het leven is verslavend, olijven zijn verrassend gezond. Misschien is het beste om morgen met Alfons Antana naar een van de vele kleine toeristenwinkels te gaan. Daar ligt vast wel iets te koop, waarmee hij te kalmeren is. Hij zal wel weer een stuk zeep kopen. Alfons is verslaafd aan het kopen van zeep. Rozemarijnzeep, appelzeep, meloenenzeep, grapefruitzeep, citroenzeep, sinaasappelzeep, amandelzeep, rozenzeep, lavendelzeep, olijfzeep. Alfons koopt altijd een stuk zeep in toeristenwinkels. Hij heeft steeds weer iets te wassen. Of hij legt het tussen een stapeltje kleren, vanwege de lekkere geur die van de zeep afkomstig is. Adriaan moet iets verzinnen, zodat Alfons de ketting niet zal ontdekken. Het moet voorlopig nog een geheim blijven. Hij kan het beter later vertellen. Later op een gunstiger moment, zal hij toenadering zoeken. Dan zal hij ook eindelijk over Saartje vertellen. |
Drijfveren
Drijfveren 14
© Copyright Henk van Dijk
Hersensprookjes - 2008 - 2010 |
Geschreven door mobar |
vrijdag, 09 maart 2012 21:49 |
Toen Alfons Antana eindelijk begreep waarom hij het
kunstenaarscollectief had verlaten, begon hij ook wat meer inzicht te
krijgen in zijn eigen ziektebeeld. Hij was emotioneel verwaarloosd in
zijn jeugd, en had ook in zijn jonge jaren van volwassenheid weinig
voorbeelden gehad, waar hij zich aan had kunnen spiegelen. In het
collectief kwam hij in aanraking met andere verwarde mensen, maar dat
bracht hem niet verder in zijn denken, zorgde alleen voor nog meer
verwarring, vanwege de platte, onoverzichtelijke structuur, en het
gebrek aan werkelijke begeleiding. Het was moeilijk om met zijn eigen,
eenzame ratio om te gaan met de ratio van de mensen die gepokt en
gemazeld waren in de psychiatrie. Hij had het gevoel dat hem van alles werd aangepraat, maar dat hij vooral naar zijn eigen drijfveren moest blijven zoeken. In het collectief ontstond er teveel ruis, ruis waar hij ook als kind zo vaak onder had geleden. Aandacht geven voor zaken die hem niet interessant leken, omdat ze zo irrationeel waren. Omdat er te weinig oog voor de realiteit was, en alles vanuit idealen werd beredeneerd. Natuurlijk waren er redenen om alles positief te benaderen, maar de praktijk gaf zoveel problemen, dat het haast een bijgelovigheid vergde om er onbevangen aan mee te blijven doen. Het had een bepaalde charme, wanneer mensen verregaand irrationeel waren, het getuigde van creativiteit, was levendig, maar meestal leidde het tot conflicten, en dat was binnen een psychiatrische zetting echt niet anders dan daarbuiten. Het was moeilijk om zijn eigen ratio daar op af te stemmen, want vaak waren de meest dominante mensen ook het meest irrationeel. Dan was hij voortdurend bezig met aandacht geven, in plaats van zijn eigen drijfveren te ordenen, of aandacht krijgen wat voor hem belangrijk was. Dezelfde ruis die hij in zijn jeugd had gehoord, een moeder die niet kon luisteren, een vader zonder contact met de kinderen. Zijn leven zou die eenzaamheid niet gekend hebben, wanneer zijn moeder niet zo irrationeel was geweest. De onvoltooide drijfveren van Alfons Antana om, ondanks de hilariteit rond zijn toch wel krankzinnige persoonlijkheid, tenslotte toch voor het levensvak van dichter te kiezen, kwamen niet uit de lucht vallen, zoals dat zo dikwijls met gevogelte het geval was. Het was gewoon een moeten, omdat de semi-intellectuele burgertrutten, met hun linkse paternalistische moraal, hem dikwijls dwars zaten omdat hij tegendraads en intelligent was. Het was gewoon een kunnen omdat hij als woordneuroot niet anders wist dat woorden een betekenis hadden, en de vertolkers van de woorden zo dikwijls blootgaven, wat hij niet anders kon, dan beamen, met de bril van de droomvolgers alsof hij het leven volgde vanaf een onvoltooide wolk. En hij geloofde niet in de schijnschetsjes van onvoltooide geesten, hij geloofde niet in de geestigheid van een onvoltooid verhaal. Hij liet het niet bij schemerschetsen, maar zocht het licht in het dicht, en het dicht in het licht van het arsenaal. Het arsenaal van de gevoelswetenschap. |
woensdag 11 februari 2015
Theelepeltjes 1979
Theelepeltjes 1979
© Copyright Henk van Dijk
Hersensprookjes - 2007 - 2010 |
Geschreven door mobar |
zondag, 24 juli 2011 21:33 |
Waarschijnlijk hebben
de theelepeltjes demagogie uitgevonden
het theelepeltje is niet meer veilig
door het roeren wordt het heilig
ik raak niet altijd ontroerd
door theelepeltjes tranen
voor waarheid te beroerd
komen uit getapte kranen
raak niet altijd ontroerd
door het theelepeltjes geluid
een huwelijk met geduld
de dood als laatste bruid.
1979
|
Zwoele avond
Zwoele avond
© Copyright Henk van Dijk
Hersensprookjes - 2006 - 2009 |
Geschreven door mobar |
zondag, 01 juli 2012 17:48 |
Tegen
het einde van een eenzame, zwoele avond hoopt Violette van harte dat de
nacht nachtelijke koelheid zal brengen. De warmte heeft haar lijfelijk
doen zweten. Wanneer zij denkt aan die andere grote stad bij de kolkende
rivier waar de zomerhitte woekert, bekruipt haar een gevoel van
heimwee. Langs slome menselijke gedaanten zoekt zij een weg naar haar
huis in ’t Oosten van de oude stad. De bekende route die op de
stadsplattegrond is aangegeven is met onoplosbare inkt zodat iedereen de
zoektocht kan herhalen, is haar niet vreemd. Op weg naar haar
bestemming denkt zij aan de vreemde man die zij gaat ontmoeten.
Violette Zandheuvel hoeft echt niet ver te lopen om de onrust weer te voelen!De onrust van de eenzame natuur van Florian. Wreed als de uitbarsting van een vulkaan voelt zij de schaduwkanten van zijn liefde. De hevigheid die pijn doet, die naar buiten moet. De gek waar zij verliefd op is. In de afstand die tussen Violette en Florian ligt door de intensiteit van haar dromen, is Violette teruggekomen. Door de hevigheid van het libido van Florian van Driesteveld keert Violette terug in de droomwereld van zuiverheid. Zij hoort weer de liefdestaal. Zij heeft hem lief gehad met de tederheid van een verlangen, was in de droom bij hem gekomen met het bericht van een kind. Een onbevangen waarheid opgeschreven met onzichtbare inkt voor hen die aan de leugens kunnen ontsnappen. Zij die zonder leugens durven leven. De ratio op een eerlijke manier durven te onderzoeken. Maar jullie konden niet blijven op dat eiland, de kwartjes voor de telefooncel raakten langzaam op. En er was niemand om te bellen, om met weemoed te vertellen, hoe geweldig Violette was, in bed en door de liefde. Hoe geneeskrachtig zij was in de nacht, wanneer de schaduw ging slapen. En de nacht weer samenviel met het duister. Florian van Driesteveld herkende het verschil tussen de dag en toen weer de nacht, tussen echt en onverschilligheid. Hij herkende de diepte van de schaduwkanten, de puurheid van de echte mensen, de onnozelheid van de acteurs, met de niets betekende maskers. Hij hield van Violette, die vreemde nacht toen in het duister jullie droom verloren ging. In wederzijdse eenzaamheid, die teisterde, die aan de mensheid zijn heerschap liet zien, met alle gevolgen van dien. En nu? Zoet als de geur van bloeiende kamperfoelie, herinnert hij de lichaamsgeur van Violette. Die geur die het instinct moest leiden. Maar misschien voelde hij de verwarring niet, had zij hem destijds beter willen leren kennen. Willen weten wat er achter zijn bijzondere schrijven schuilging. En waarom hij de brieven nooit verstuurde. Violette is eenzaam en voor de toekomst in een droom verloren. Omdat ze dikwijls drinkt is Florian van Driesteveld niet meer de dichter uit haar dromen. Ze voelt zich schaamteloos herboren, als een nieuwe ster aan het hemelplafond. En Florian van Driesteveld loopt verder door de nacht, over het pad van belofte, waardoor alles slijt, zelfs de diepste spijt. Violette zou zomaar in dromen terug kunnen komen, om te vertellen dat het de moeite waard was. Dat het de moeite waard was om te lezen, waarom Florian van Driesteveld was verdwaald. Waarom Florian van Driesteveld was verdwaald met het geheim van zijn dromen. |
Hoop doet leven
Hoop doet leven (K)
Hersensprookjes - 2006 - 2009 |
Geschreven door mobar |
zaterdag, 21 augustus 2010 19:21 |
"Hoop doet leven, en geloof doet hopen" merkt Jaap op.
"Ja, het lijkt er op alsof hij aan een wat ouder publiek zijn verhaal verteld" zegt Jeroen Splinterman, en zonder verder nog iets te zeggen beginnen ze een volgende brief. Na het lezen van de brief ontstaat een kort gesprek tussen de twee sociale wetenschappers. "Het is duidelijk dat Hubert iets over het leven van zijn beste vriend Florian van Driesteveld wil vertellen" merkt Jeroen Splinterman na het lezen van de laatste woorden van brief veertien op. "Ja, het lijkt er op dat beide dertigers het een en ander hebben meegemaakt op het gebied van initiatieven binnen de geestelijke gezondheidszorg" merkt Jaap Smet vervolgens droog op. "Ja veel van die initiatieven beginnen met goede bedoelingen maar stranden als een vis in de woestijn" zegt professor Splinterman niet zonder enige ironie. " Ja, je denkt alles te weten, en dan gebeuren er zonderlinge dingen, mensen die te veel weten, mensen die te weinig weten, het loopt allemaal door elkaar, en wij wetenschappers hebben maar al te vaak het nakijken, terwijl de burgerman speelt op zijn gitaar" antwoordt de heer Smet, geheel zonder ironie. "Laten we niet te veel op de zaken vooruit lopen, beste Jaap" "Liever nog geen conclusies" "Okay Jeroen, de mens moet het uiteindelijk voornamelijk zelf doen, laten we verder geen conclusies trekken over de verwarring van Hubert." Er is nog meer werk aan de winkel. Jeroen Splinterman is uitgenodigd voor een radioprogramma. En Jaap Smet gaat verder met het bestuderen van enkele boeken die van belang kunnen zijn voor de rest van het verloop van zijn leven. Om de wetenschap te dienen behoor je in de eerste plaats een denker te zijn, en pas daarna ook een voeler. De twee professoren, zijn ook na het lezen van de brieven van de levensvoeler Hubert Stuipje nog niet tot de conclusie gekomen, dat de mensheid innerlijk aan het veranderen is. Door ongeduld gedreven hebben ze afgesproken om voortaan dagelijks bij elkaar te komen om tenminste enige brieven van de Heer Stuipje te bespreken, en indien mogelijk, hier en daar commentaar te leveren zodat de brieven in een wat breder perspectief komen te staan.
© augustus 2010, mobar
|
Het spiegelschilderij
Het spiegelschilderij (C)
Hersensprookjes - 2008 - 2010 |
Geschreven door mobar |
vrijdag, 20 augustus 2010 21:54 |
Vervolg van Kunstmatige autoriteiten (B)
Hubert had model gestaan voor het beroemde spiegelschilderij. Een Amerikaanse dichter weidde een gedicht aan dit schilderij en werd uitgenodigd voor een talkshow. Daar werd nogal lacherig over dit schilderij gedaan, de kunstenaar werd gedwongen het aan de opdrachtgever cadeau te doen in ruil voor een verzameling Fadomuziek en een aantal albums van de Amerikaanse zanger Bob Dylan. Hubert voelde zich lichtelijk opgelaten over al het gedoe, hij had model gestaan voor een eenvoudige maaltijd en een paar glazen wijn. Hij had nog nooit eerder naakt model gestaan, en de lange kunstenaar was bekend in de stad. Hubert Stuipje haalde eens diep adem,verschoof een stapel stoffige boeken, en liep toen naar een verzameling langspeelplaten van zwart vinyl, met daarop de muziek van Bob Dylan. Terwijl hij naar de muziek luisterde keek hij aandachtig naar het spiegelschilderij. Een naakte onzekere man, onschuldig, en verlegen afgebeeld op een groot doek. Hij herkende zichzelf nauwelijks, het leek wel alsof de jongeman op het doek, meer betekenis had dan hijzelf. En wat was hij met het model staan opgeschoten, er was een kunstwerk gemaakt, een doek wat misschien langer zou bestaan dan hijzelf, maar waarom had hij het in Godsnaam gedaan? En wat was hij er mee opgeschoten? De gesprekken met de kunstenaar zoemden nog na in zijn hoofd, soms schoten er flarden van de met wijn bedwelmde gesprekken door zijn gedachten. En alles wat er was overgebleven was een naakte man op een doek. Het afscheid van de provinciestad naderde, alles was te snel veranderd.
© augustus 2010, mobar
|
Zondebok
Zondebok
© Copyright Henk van Dijk
Hersensprookjes - 2007 - 2010 |
Geschreven door mobar |
zondag, 22 april 2012 17:45 |
“Ik wil jouw zondebok niet zijn” zingt Mick Jagger met een schuldige stem terwijl je om je heen kijkt en een condoom over
jouw edele paal schuift. Je bent naar de hoeren gegaan omdat je vrouw meer om de kinderen geeft dan om haar huwelijk.
Je hebt een week huilen achter de rug omdat je beste kameraad is overleden.
Ze
zeggen dat de blauwe rivier nergens heen gaat, en dat het regent omdat
God huilt of erger nog, omdat de engeltjes moeten plassen.
Ze roepen dat jouw kameraad is gestorven omdat andere mensen zondig waren.
Omdat het zondig was om lief te hebben, dat zeiden ze.
Je bent blij dat je een ernstige hoer hebt getroffen, want je hebt een hekel aan ouwehoeren.
Ze neemt jou mee naar haar eenvoudige bed. Jullie drinken er thee naast een bos bloemen.
“Ik wil jouw zondebok niet zijn” zingt Mick Jagger onverstoord verder.
|
Uit het dagboek van Hubert Stuipje
Uit het dagboek van Hubert Stuipje
© Copyright Henk van Dijk
Hersensprookjes - 2006 - 2009 |
Geschreven door mobar |
dinsdag, 04 mei 2010 00:33 |
Leetsaktsrov
December 2033
Ik vertel gewoon alles aan Florian van Driesteveld. Ook als hij niet luistert, omdat er niemand op aarde geïnteresseerd is in de verhalen van een homoseksuele woorden zwerver, die luister naar de naam Hubert Stuipje en die worstelt met het leven. Mezelf zijn was iets wat voorheen totaal onmogelijk was gebleken. Maar het kon dus eindelijk. Ik genoot met volle teugen van de intellectuele vrijheid die mij had verlost uit mijn klein burgerlijk bestaan. Een bestaan dat mijn geest jarenlang had gemarteld met schuldgevoelens over de kleinste onnozele dingen. Ik begrijp wel dat Florian niet meer luistert, ik zie hem, ik voel hem, ik omschrijf hem. Hij is mijn vlees geworden fictie, de droom geworden nachtmerrie. Hij is de ridder met het piemeldier, de niets ontziende heerser in al mijn droeve gedachten in duisternis bekneld. Maar ik, Hubert, ik ga voor hem op mijn knieën dat is een ding wat zeker is. En hij mag mij op mijn billen slaan zodat ik de billenkoek van mijn moeder kan vergeten. Hij mag alles met mij doen wat ik zelf niet kan laten, zolang hij mij maar in mijn waarde laat. Ik, Hubert Stuipje, ik begrijp heel goed dat Florian van Driesteveld nooit meer luistert, naar de stilte van mijn zwijgende natuur. Ik ervaar Florian als de enige werkelijk ter zaken doende ziel hier op aarde omdat hij altijd zichzelf is en ooit beweerd heeft dat hij mij kon begrijpen. Ik ben hem heerlijk toegenegen.Ik huiver hevig in zijn ziel als het meeldraadje van een prachtige narcis tijdens een langdurige lente. Hij, Florian van Driesteveld, is mijn vlees geworden nachtmerrie. Hij is de eerzame ridder met het dwangmatige piemeldier die publiekelijk mijn libido liet ontwaken door een subtiel likje over de eikel van mijn fraai gevormde trouwhartige liefdespenseel waardoor ik zachtjes moest kreunen met mijn ziel ter hartstochtelijke aanroeping van een kudde olifanten in Afrika waar de zon, de hitte overdreef en ik in zomers rokje tijdens waanzinnige dromen overbleef om fluit te spelen in de warme wind, als zonnekoning, hemels kind. Maar de droom verwaaide en het bleef alsmaar herfst, de lente verstoten, en de bomen bleven kaal en ik droeg mezelf op om in de droomwereld terug te keren, zonder liefde, zonder aandacht,alleen met het zielsvormende geluk van mijn verlangende hunkerdromen, die ik met stille heimwee koesterde. Het is nu december 2033 in het Russische dorpje Leetsaktsrov, ik ben alleen, en ik begrijp niet waarom ik dit allemaal schrijf. …… |
Is dit liefde?
Is dit liefde?
© Copyright Henk van Dijk
Hersensprookjes - 2007 - 2010 |
Geschreven door mobar |
zaterdag, 21 april 2012 22:58 |
“Is
dit liefde?” klinkt er in de Amsterdamse binnenstad. De hoeren zitten
weer voor het raam. Ze boffen dat de muziek van de radiomaker zo hard
staat, en dat Bob Marley aan de beurt is, om te zingen over de liefde
omdat hij dat zo goed kan.
“Is
dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?”, de hoeren horen hem zingen,
zoals ze zo veel mannen hoorden zingen. Even verder op, in een oud
kantoorpand aan een gracht zijn er twee sociologen bezig met een
onderzoek.
Tijdens
het onderzoek naar de “En dat jouw zoon” bundel van Dalstraat raakt
socioloog en onderzoeker Jaap Smet in een ernstige depressie. De
depressie begint met wantrouwen. In zijn gedachten zit er een naakte
heks hem de hele dag achterna. Maar het blijkt een schoonmaakster te
zijn, die door professor Drog is ingehuurd om het kantoor van het
onderzoeksbureau schoon te maken.
“Is
dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?, Is dit liefde, is dit liefde,
wat ik voel?”, zingt de vrijheidszanger Bob Marley, de muziek staat zo
hard, dat het ook in het kantoorpand is te horen. Maar Jaap Smet
luistert niet. Hij krijgt voortdurend kritiek van een nogal zwaar op de
hand zijnde vrouw, die door professor Drog is ingehuurd om de dampende
koffie langs te brengen.
“Is dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?, Is dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?”, het lijkt een loze boodschap voor Jaap Smet. Hij
ergert zich aan de knoflooklucht die uit de mond van Jeroen Splinterman
ontsnapt. Kleine dingen beginnen opeens heel vervelend te worden.
Zijn interesse voor allerlei sociale zaken is enorm afgenomen. Hij vertrouwt de mensen niet meer, het lijken allemaal wel stroopsmeerders. Mensen die eigenlijk geen echte interesse meer hebben, maar zich gedragen alsof ze alleen maar even boodschappen aan het doen zijn.
“Is
dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?, Is dit liefde, is dit liefde,
wat ik voel?”, Jaap Smet hoort het nu ook. Wat is liefde, ik wil seks,
denkt hij een beetje ondeugend, voor zover dat kan in zijn onbehagelijke
toestand.
Mensen
die eigenlijk geen belangstelling hebben, maar de volgende keer wel
zelf ernstig aandacht vragen, of de boel belachelijk maken met allerlei
dubbele bodems van een bodemloze put van misselijkmakende ironie.
“Is dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?, Is dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?”, de hoeren genieten van de muziek.
Jaap Smet raakt allergisch voor allerlei gewone zaken, en dat is het allereerste teken van zijn depressie. De huichelaars, hij kan zich er niet meer tegen verweren, zelfs op de televisie is er een reclame over een psychiater die meer interesse heeft voor zijn eigen bril, dan voor de hysterische diva op de sofa.
“Is
dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?, Is dit liefde, is dit liefde,
wat ik voel?”, Jaap Smet vraagt zich af wat liefde eigenlijk is.
Eigenlijk is alles beter dan de verschrikkelijke “ En dat jouw zoon” gedichten van Dalstraat, waardoor Jaap Smet in een depressie is geraakt. Hij ziet alleen nog maar sombere schaduwen, de wolken buiten lijken lome monsters. Zelfs het zonlicht doet hem braken. Hij gaat gebukt onder zijn depressie.
“Is
dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?, Is dit liefde, is dit liefde,
wat ik voel?”, Jaap Smet gaat van zijn laatste geld naar de hoeren, die
van goede muziek houden.
|
Abonneren op:
Posts (Atom)