vrijdag 8 maart 2013

Het saaie leven van Sylvanus

Het saaie leven van Sylvanus




Saai was zijn leven, zijn moeder hopeloos verliefd op de melkboer. Zijn vader worstelend met schizofrenie. De agressieve ruzies, waarbij steeds meer geweld kwam kijken. Alles was te saai voor woorden. Niemand was er in geïnteresseerd. Naar de buitenwereld werd het plaatje mooi gehouden, een net groen padvinderspakje tijdens de eerste communie. Een plaatselijke heilige die op zijn fiets naar de herdershond en de blote billen kwam kijken. Het Spaanse meisje dat in haar been werd gebeten, de kinderen die nooit meer kwamen spelen. Het kon hem niet veel schelen, hij uitte zijn verdriet bij het dier. Had contact met de konijnen en de mier, reed met speelgoed auto's langs grote ronde torren. Haalde de ophaalbrug op voor een muis zonder staart. Ook de vogels waren hem genegen, vliegen als enige filosofie en moraal, ze spraken allemaal zijn kindertaal. Hij had geen contact nog met de katten, die kwamen pas later in zijn leven, toen hij de moraalridders beu was, met zijn spontane fantasie.

De gelovigen, met een schijnheilige moraal en hun gefantaseerde oppergod, ze blonken uit in oppervlakkigheid, en gebrek aan authenticiteit. Ze zaten meteen op de schutting als het om vrijheid van Godsdienst ging, maar de vrijheid voor het individu lieten ze links liggen. Mensen werden nog steeds in hokjes geduwd. Het gebrek aan opleiding, spontane reacties, het waren allemaal redenen om Sylvanus te stigmatiseren. Hem nog eens haarfijn duidelijk maken dat hij er eigenlijk niet bij hoorde tussen gewone mussen, parkieten en lintwormen, liever geen lijster, of een bejaarde papegaai. Hij liet zijn snavel wat bijvijlen, een buitenboordbeugeltje, een bril en een opgeplakte snor, maar men bleef hem minimaliseren. Jongens mochten geen praatjes krijgen, ook als wist de jeugd er meer vanaf, ouderdom had de wetten van de traditie, aan haar kant.

Hij hield ook steeds vaker zijn mond, mensen mochten hem arrogant gaan vinden, omdat hij wist dat je jou zonder w schreef, en de d zonder t. Alles moest liever in achterkamers, of via schijnheilige pm berichtjes van meneer de pastoor.

De anarchisten met hun gebrek aan zelfbeheersing, en voorspelbare geschop tegen burgers zere been. Hun narcistische motieven en het proletarisch winkelen in het bestaan van onpartijdige middenstanders, hij hield ze voortaan terzijde, veel te vermoeiend bij de thee.































© maart 2010, mobar



1 opmerking: