Hersensprookjes - 2008 - 2011 |
Geschreven door Hubert Stuipje |
zondag, 17 oktober 2010 21:33 |
Ik voel dat ik zondig ben geweest, en niet alleen op zondag, maar op een doordeweekse dag. |
Je
hoefde Hubert niet te vragen om brieven te schrijven, als hij geen
brieven schreef, werd hij stapelgek. De angsten vraten hem op, en hij
werd verliefd op de wildvreemdste wezens.
Veelal oudere rijpere vrouwen, met enig literair inzicht, die werden aangetrokken door zijn onbevangen, onvolmaakte jongensachtige schoonheid van gedichten schrijven.
Hij schreef brieven aan verre vrienden, maar de brieven vonden nooit een bestemming, en in dat grote eenzame bed, dacht hij aan de dikke kroegbaas, een vrolijke levensgenieter. Een oplichter die fortuin had gemaakt in de kunsthandel, en die overal mensen voor hem had werken, om de kroeg te bevolken en te bevoorraden, om de klanten drank te schenken, en om zijn geld wit te wassen. Er was een volle maan die nacht, de man van de nachtvracht was nog niet thuis en de woorden van de ruzie tussen de dikke kroegbaas en de magere kunstenaar galmden na in het bed waarin Hubert Stuipje lag te woelen.
"Kunstmatige autoriteiten" had hij die woorden al niet ooit eens eerder gehoord?
Hij dacht aan het dode veulen dat hij in de slotgracht van het kasteel had zien drijven.
Het duurde niet lang voordat hij begon aan zijn allereerste droombrieven. Hij probeerde de wereld van zijn fantasie in woorden op te schrijven, maar het meeste wat hij dacht bleef zonder woorden.
Veelal oudere rijpere vrouwen, met enig literair inzicht, die werden aangetrokken door zijn onbevangen, onvolmaakte jongensachtige schoonheid van gedichten schrijven.
Hij schreef brieven aan verre vrienden, maar de brieven vonden nooit een bestemming, en in dat grote eenzame bed, dacht hij aan de dikke kroegbaas, een vrolijke levensgenieter. Een oplichter die fortuin had gemaakt in de kunsthandel, en die overal mensen voor hem had werken, om de kroeg te bevolken en te bevoorraden, om de klanten drank te schenken, en om zijn geld wit te wassen. Er was een volle maan die nacht, de man van de nachtvracht was nog niet thuis en de woorden van de ruzie tussen de dikke kroegbaas en de magere kunstenaar galmden na in het bed waarin Hubert Stuipje lag te woelen.
"Kunstmatige autoriteiten" had hij die woorden al niet ooit eens eerder gehoord?
Hij dacht aan het dode veulen dat hij in de slotgracht van het kasteel had zien drijven.
Het duurde niet lang voordat hij begon aan zijn allereerste droombrieven. Hij probeerde de wereld van zijn fantasie in woorden op te schrijven, maar het meeste wat hij dacht bleef zonder woorden.
© augustus 2010, mobar
Naar de stad 3
Hersensprookjes - 2008 - 2010 |
Geschreven door Donald Dankzand |
zaterdag, 10 maart 2012 00:44 |
Arme, verwaarloosde kinderen liepen naast gebogen, huilende moeders langs hoge bomen over ouderwetse lanen ze droegen zakhorloges, waarop ze lazen de zon ging onder, wolken kwamen dromen namen de plaats in van herinneringen, die vervaagden wat zij jaren als armoedig gezin hadden ondergaan op ‘t platteland was niet te beschrijven met ’t vlakke verstand maar er werd nu, eindelijk een hoofdstuk uit ’t verleden afgesloten het boek van de armoede werd nu bladzijde voor bladzijde gesloten alle spullen werden op een kar geladen om in de stad te worden verkocht een ezel stond klaar om de boel te trekken de contouren van de oude stadsmuren doemden op uit de ellende van de winteravond het koude begin van het jaar had voor extra zorgen gezorgd de kinderen kregen het warm van binnen in de verte zagen zij lichtjes branden de geur van leven kwam hen tegemoet de ezel balkte witregels onder het verhaal de kar verplaatste zich moeizaam het oude balkdier was moe en de wielen waren oud en versleten misschien waren de oude spullen wel niet meer zoveel geld waard en zou de tocht op niets uitlopen hadden zij beter op ’t platteland blijven wonen als dat tenminste had gekund zonder de centen, zonder de warmte. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten