donderdag 12 februari 2015

Niet altijd rechtlijnig

Niet altijd rechtlijnig
Hersensprookjes - 2008 - 2011
Geschreven door Hubert Stuipje   
zondag, 17 oktober 2010 21:33
Ik voel dat ik zondig ben geweest, en niet alleen op zondag, maar op een doordeweekse dag.
 
© Copyright Henk van Dijk

Je hoefde Hubert niet te vragen om brieven te schrijven, als hij geen brieven schreef, werd hij stapelgek. De angsten vraten hem op, en hij werd verliefd op de wildvreemdste wezens.
Veelal oudere rijpere vrouwen, met enig literair inzicht, die werden aangetrokken door zijn onbevangen, onvolmaakte jongensachtige schoonheid van gedichten schrijven.
Hij schreef brieven aan verre vrienden, maar de brieven vonden nooit een bestemming, en in dat grote eenzame bed, dacht hij aan de dikke kroegbaas, een vrolijke levensgenieter. Een oplichter die fortuin had gemaakt in de kunsthandel, en die overal mensen voor hem had werken, om de kroeg te bevolken en te bevoorraden, om de klanten drank te schenken, en om zijn geld wit te wassen. Er was een volle maan die nacht, de man van de nachtvracht was nog niet thuis en de woorden van de ruzie tussen de dikke kroegbaas en de magere kunstenaar galmden na in het bed waarin Hubert Stuipje lag te woelen.
"Kunstmatige autoriteiten" had hij die woorden al niet ooit eens eerder gehoord?
Hij dacht aan het dode veulen dat hij in de slotgracht van het kasteel had zien drijven.
Het duurde niet lang voordat hij begon aan zijn allereerste droombrieven. Hij probeerde de wereld van zijn fantasie in woorden op te schrijven, maar het meeste wat hij dacht bleef zonder woorden.










Naar de stad 3
Hersensprookjes - 2008 - 2010
Geschreven door Donald Dankzand   
zaterdag, 10 maart 2012 00:44
Arme, verwaarloosde kinderen liepen
naast gebogen, huilende moeders
langs hoge bomen over ouderwetse lanen
ze droegen zakhorloges, waarop ze lazen
de zon ging onder, wolken kwamen
dromen namen de plaats in
van herinneringen, die vervaagden

wat zij jaren als armoedig gezin
hadden ondergaan op ‘t platteland
was niet te beschrijven met ’t vlakke verstand
maar er werd nu, eindelijk
een hoofdstuk uit ’t verleden afgesloten

het boek van de armoede werd
nu bladzijde voor bladzijde gesloten
alle spullen werden op een kar geladen
om in de stad te worden verkocht

een ezel stond klaar om de boel te trekken
de contouren van de oude stadsmuren
doemden op uit de ellende van de winteravond
het koude begin van het jaar had voor extra
zorgen gezorgd

de kinderen kregen het warm van binnen
in de verte zagen zij lichtjes branden
de geur van leven kwam hen tegemoet
de ezel balkte witregels onder het verhaal

de kar verplaatste zich moeizaam
het oude balkdier was moe
en de wielen waren oud en versleten

misschien waren de oude spullen
wel niet meer zoveel geld waard
en zou de tocht op niets uitlopen
hadden zij beter op ’t platteland
blijven wonen

als dat tenminste had gekund
zonder de centen, zonder de warmte.

 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten