Hersensprookjes - 2007 - 2010 |
Geschreven door mobar |
zaterdag, 21 april 2012 22:58 |
“Is
dit liefde?” klinkt er in de Amsterdamse binnenstad. De hoeren zitten
weer voor het raam. Ze boffen dat de muziek van de radiomaker zo hard
staat, en dat Bob Marley aan de beurt is, om te zingen over de liefde
omdat hij dat zo goed kan.
“Is
dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?”, de hoeren horen hem zingen,
zoals ze zo veel mannen hoorden zingen. Even verder op, in een oud
kantoorpand aan een gracht zijn er twee sociologen bezig met een
onderzoek.
Tijdens
het onderzoek naar de “En dat jouw zoon” bundel van Dalstraat raakt
socioloog en onderzoeker Jaap Smet in een ernstige depressie. De
depressie begint met wantrouwen. In zijn gedachten zit er een naakte
heks hem de hele dag achterna. Maar het blijkt een schoonmaakster te
zijn, die door professor Drog is ingehuurd om het kantoor van het
onderzoeksbureau schoon te maken.
“Is
dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?, Is dit liefde, is dit liefde,
wat ik voel?”, zingt de vrijheidszanger Bob Marley, de muziek staat zo
hard, dat het ook in het kantoorpand is te horen. Maar Jaap Smet
luistert niet. Hij krijgt voortdurend kritiek van een nogal zwaar op de
hand zijnde vrouw, die door professor Drog is ingehuurd om de dampende
koffie langs te brengen.
“Is dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?, Is dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?”, het lijkt een loze boodschap voor Jaap Smet. Hij
ergert zich aan de knoflooklucht die uit de mond van Jeroen Splinterman
ontsnapt. Kleine dingen beginnen opeens heel vervelend te worden.
Zijn interesse voor allerlei sociale zaken is enorm afgenomen. Hij vertrouwt de mensen niet meer, het lijken allemaal wel stroopsmeerders. Mensen die eigenlijk geen echte interesse meer hebben, maar zich gedragen alsof ze alleen maar even boodschappen aan het doen zijn.
“Is
dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?, Is dit liefde, is dit liefde,
wat ik voel?”, Jaap Smet hoort het nu ook. Wat is liefde, ik wil seks,
denkt hij een beetje ondeugend, voor zover dat kan in zijn onbehagelijke
toestand.
Mensen
die eigenlijk geen belangstelling hebben, maar de volgende keer wel
zelf ernstig aandacht vragen, of de boel belachelijk maken met allerlei
dubbele bodems van een bodemloze put van misselijkmakende ironie.
“Is dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?, Is dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?”, de hoeren genieten van de muziek.
Jaap Smet raakt allergisch voor allerlei gewone zaken, en dat is het allereerste teken van zijn depressie. De huichelaars, hij kan zich er niet meer tegen verweren, zelfs op de televisie is er een reclame over een psychiater die meer interesse heeft voor zijn eigen bril, dan voor de hysterische diva op de sofa.
“Is
dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?, Is dit liefde, is dit liefde,
wat ik voel?”, Jaap Smet vraagt zich af wat liefde eigenlijk is.
Eigenlijk is alles beter dan de verschrikkelijke “ En dat jouw zoon” gedichten van Dalstraat, waardoor Jaap Smet in een depressie is geraakt. Hij ziet alleen nog maar sombere schaduwen, de wolken buiten lijken lome monsters. Zelfs het zonlicht doet hem braken. Hij gaat gebukt onder zijn depressie.
“Is
dit liefde, is dit liefde, wat ik voel?, Is dit liefde, is dit liefde,
wat ik voel?”, Jaap Smet gaat van zijn laatste geld naar de hoeren, die
van goede muziek houden.
|
woensdag 11 februari 2015
Is dit liefde?
Is dit liefde?
© Copyright Henk van Dijk
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten