Hersensprookjes - 2009 -2012 |
Geschreven door mobar |
dinsdag, 11 januari 2011 20:04 |
Het is mij onbekend wie je met de ‘negentiende-eeuwse jongen’ bedoelt, maar het lijkt mij inderdaad heel naar om een dergelijk dramatisch en alleszeggend bericht in de ‘Utrechtse bus’ te vernemen.
Mij bereikte op de laatste zondag voor het overlijden van Jan, een telefoontje vanuit Utrecht, van mijn goede vriend R.P.
Jan had hem gebeld, met het verzoek of ik afscheid van hem wilde nemen omdat hij, door twee woekerende kankers, niet lang meer te leven had, een kwestie van weken, misschien dagen.
Het was op een
zondag, het bericht sloeg in als een bom, ik werd overmand door
emoties, probeerde het een en ander van mij af te schrijven, in
“literair gezien volkomen mislukte” gedichten, en vond middels het
luisteren naar vuige rockmuziek enige volkse troost.
Je zult misschien
begrijpen, dat ik in eerste instantie niet wist hoe ik moest reageren,
ik was twee dagen volkomen van de kaart.
Die dinsdag had ik de moed verzameld, ik moest weten wat er precies aan de hand was. Ik hoorde onmiddellijk aan zijn stem
dat het ernst was, ik kon mij moeilijk verstaanbaar maken door de telefoon, beloofde hem zo
spoedig mogelijk te komen, en of ik nog iets voor hem mee mocht nemen.
Ik had onmiddellijk een bos witte rozen in mijn hoofd, wist nog dat
hij zo van rozen hield, en wit in de symboliek van geestelijken, een
soort van maagdelijke betekenis had, alsof de dood ook iets maagdelijks
mocht hebben.
Woensdag vertrok ik
naar Utrecht en belde hem vanuit het huis van R.P. om een
afscheidsafspraak te maken. Zijn jongere broer en zijn schoonzus waren
overdag, wanneer zij konden, in huis om hem bij te staan, Michelle, met
wie hij inmiddels getrouwd was, verzorgde hem tijdens de avonduren.
Ik sprak met hem af op donderdag 16 september 2010 om 1 uur. De wandeling naar het huis, die
ik in het verleden. dikwijls zo zorgeloos gemaakt had, was een droevig
gebeuren, de bos witte rozen leek steeds zwaarder te worden. Teveel
emoties zouden hem in verlegenheid brengen, te afstandelijk zijn, was
niet de ware Henk.
Zijn schoonzus deed
open, en vroeg mij iets, wat ik nadien ben vergeten, Jan vond het
belangrijk dat er een vaas kwam voor de rozen, maar de vazen stonden
hoog op de kast.
De bos bloemen werd
tijdelijk in een emmer water gezet, en de schoonzus liet ons samen
achter in de zaal die als stervenskamer dienst deed.
Jan lag in een
ziekenhuisbed, omringd door zijn favoriete boeken, het verzamelde werk
van Kees Ouwens, en de verzamelde gedichten van Gerard Reve. Hij wilde
nog zoveel mogelijk lezen, wanneer hij dat nog kon.
Hij had die merkwaardige schittering van de morfine in zijn ogen, de euforie die de pijn moest verdrijven, maar op zijn mond stond al de tekening van de dood.
De inhoud van ons
gesprek is, zoals je zult begrijpen, persoonlijk geweest, maar het was
duidelijk dat het voor ons beiden heel belangrijk was om op een goede
manier afscheid te nemen.
Ik omhelsde hem drie maal, een
keer viel er een traan van Jan op mijn wangen, de laatste keer
eindigde met een tedere kus. Het was een bezoek wat veel indrukken op
mij achterliet, er waren weer van die mythologische toevalligheden, die
volgens sommige beter bedeelde schrijvers, zo typisch zijn voor de
homoromantische vriendschap, compleet met pijn, en tedere ontroering.
Het was allemaal zo ingrijpend, een begrafenis met zijn familieleden zou mij van al deze intimiteit hebben beroofd.
Ik bezocht zijn graf later, met een bloempot met witte violen, om de muziek van de stilte te begeleiden.
Ik kreeg later een
bericht van zijn broer Herman, over een klassiek geschoolde en in het
zwart gelooide stoel, en wat schilderijen, waarvan ik wist dat ik ze
of, zelf gemaakt had, of er zelf opstond. En een verzameling foto’s,
die hoe dan ook iets met mijn leven te maken hadden gehad, in een
enveloppe waar mijn naam op stond.
Ik heb nadien
Michelle, een brief geschreven, over mijn afscheid van Jan, en om haar
te bedanken voor de goede zorgen voor Jan. Maar heb daar geen antwoord
op gekregen, wat wel voor te stellen is, omdat zij heel veel heeft
moeten regelen in het verband met de dood van haar man Jan, en
misschien ook niet goed weet wat ze er mee aanmoet.
Jan overleed twee dagen na mijn bezoek, en ligt begraven op de begraafplaats St. Barbara in Utrecht, niet ver van de door hem zo geliefde rozentuin.
Hij beweerde dat hij nog minstens twee jaar zou rond spoken in de Witte Vrouwen buurt in Utrecht.
Henk van Dijk
© december 2010, mobar
|
woensdag 11 februari 2015
Beste klassiek geschoolde componist
Beste klassiek geschoolde componist
© Copyright Henk van Dijk
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten