dinsdag 10 februari 2015

Brood en meer

Ik eet mijn brood met ham en kaas, geniet nog onzelfzuchtig van het leven.
Ik ben zo bang dat mijn bejaardenseks tussen de wolken gaat plaats vinden.

Anno 1999 was ik nog niet helemaal verloren, ik zag dat de stad berustte
op de bloem van de zon en de strelende handen van de maan.
"Word jij mijn lief", vroeg ik mij af op woensdagmiddagen, toen jij in beeld was.
"Waar is God tijdens dit Nu gevoel" vervolgde je kreunend.
"Wat is er zo leuk aan verliefdheid" vroeg je mij met een verwijtende toon.
Als een ware pionier vervolgde ik mijn weg, onder de volgroeide lindebomen
zag ik dat het al laat werd. Voor mij was een steek genoeg, ik voelde het aan de zon, en aan de smaak van brood met ham en kaas, ik was een echt natuurmens.

Hubert Stuipje 1999

De ik die hij geworden is
Hersensprookjes - Teksten
Geschreven door mobar   
vrijdag, 30 april 2010 18:16
Een wild vreemd iemand brengt, ongevraagd en met veel drama, 's avonds laat hevige emoties over aan iemand die hij of zij verder nauwelijks kent en die zijn eigen sores heeft. Een druk op de muis en de email is weg, verzonden naar Ed Eppelin. Ed Eppelin verroert zich niet, blijft rustig en beleefd lezen, en geeft alle antwoorden op diepzinnige vragen. De wereld is overzichtelijk, Ed Eppelin heeft geen verlangens. Het enige bezit dat hij koestert is een roeiboot. Zijn eigen roeiboot waar hij vanavond naar toe loopt. Ieder mens is uniek, en plukt wijsheid vooral uit eigen ervaring, Ed Eppelin heeft ervaring met roeien.
Ed Eppelin heeft al eerder kennisgemaakt met ongevraagde e-mail en postberichten van mensen die hij verder niet kent of wil leren kennen. Mensen die assertiviteit en agressie verwarren, en doorgaans slechts vooroordelen spuien, die aan hem, gezien zijn levensstijl verder niet besteed zijn en waar hij verder geen notie aan heeft.
Ed Eppelin hoeft ook niet lief te zijn, laat dat lieve maar weg voor zijn naam, hij is hier niet voor de stroop op de mond, of de irrationaliteit van zweverige mensen, die de werkelijkheid niet van fictie kunnen onderscheiden. Dromen niet van bedrog, waarheid niet van toeval. Ed Eppelin heeft zijn eigen sores en moet het maar alleen zien te redden. Ed Eppelin doet dat met de riemen die hij zichzelf tot dan toe heeft aangemeten, zoals een zeerover een gehaakt vest. Hij is op weg in zijn roeiboot naar een eiland, het eiland van de gezonde ziel. Het eiland waar hij zich zonder betutteling kan vermaken.
Manipulatie is niet aan zijn mannenziel besteed, achterlijke religieuze denkbeelden evenmin. Alle vooruitgang wordt in de kiem gesmoord door denkbeelden die onveranderd woekeren, maar Ed Eppelin steekt zijn mannenkop in de wind. Als hier geen enkele discussie mogelijk is dan maar lezen en je kop houden, zodat de schapen weer rustig kunnen grazen in een overzichtelijke weide, zonder boze wolven, die zonder liefde zijn geschapen. Die zonder liefde zijn opgegroeid, en die zonder liefde zullen doodgaan, omdat ze niet in God geloven, zo gaan alle geruchten. Niemand weet meer werkelijk wie ze zijn, maar we moeten een dam opwerpen. Er mag niemand meer ontsnappen, alles onderwerpen aan kritiekloze middelmatigheid, omdat smaak de kwaliteit garandeert en iemand die geen smaak heeft is verwerpelijk, niet vriendelijk, ongepast brutaal. Wat denken ze wel? (vraagteken) Wat denken ze wel? (uitroepteken)

Er moet ergens nog liefde zijn. Zijn roeiboot vaart op volle zee. De schuimende golven slaan tegen de houten zijkant van de boot. De boot komt schuin te liggen, maar valt dan weer goed tussen de golven. Het is hard werken om de boot op koers te houden. Alle spierkracht in zijn armen, schouders moet hij aanwenden.
In de verte ziet Ed Eppelin een eiland. Met alle spierkracht in zijn mannenlijf rukt hij aan de roeispanen om het eiland te bereiken. Het gaat moeizaam, de worsteling met de golven en de wind, hij is doorweekt van het overslaande zeewater, maar het gaat hem lukken. Langzaam beweegt de roeiboot op de schuimende golven richting het eiland van de gezonde ziel. Nog even door zetten met al zijn kracht.
Daar is het strand. Er moet toch nog ergens ware liefde zijn. Hij springt uit de roeiboot met zijn benen in het water en trekt de houten boot op het strand.
Hij loopt het eiland op en komt in een prachtig bos. Ed Eppelin ruikt de geur van gevallen herfstblad, en besluit dan toch die brief te schrijven. Hij maakt zijn rugzak open en haalt het grijze schrift te voorschijn en begint eindelijk met het schrijven van een brief aan James Absurdy, de schrijver van de misdaadroman Joop, die hij ooit in een ruk uitlas, zomaar gedreven door het leven.


*

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten