Hersensprookjes - 2009 -2012 |
Geschreven door mobar |
maandag, 03 mei 2010 11:30 |
Een laatste licht viel over het
sombere avondland. De zomer was voorbij, duisternis kwam spoedig
aanzetten, met wind, regen en invallende koude. Thomas, de zwerver van
de woordendroom, was eenzaam in de spokentuin, die hij had aangelegd met
zijn herinneringen. Prachtige vlinderstruiken, bont gekleurde
zomerbloemen, overal zag hij de kleuren van zijn herinneringen.Er
stonden overal beelden in die tuin. De tuin van een gestorven vriend.De
versteende beelden staarden hem onwezenlijk aan. Alsof ze hem gevangen
hielden in zijn herinneringen. Hij was eenzaam en verdrietig. Tranen
verlieten zijn groene ogen, die eenzame avond, dacht hij na over het
leven. Op een manier waarop hij nog niet eerder had nagedacht. Hij begon
te peinzen.Jullie hadden vriendjes, mensen die van dezelfde grapjes
hielden, hij niet. Hij hield niet van grapjes en had daarnaast geen
vriendjes om serieus tegen te zijn. Ze waren hem vergeten, omdat ze er
nooit waren geweest konden zij zijn herinneringen niet voeden. Hij zag
alleen de versteende beelden, die hem aankeken in zijn dromentuin. En
hij ademde de invallende herfstkoudewaarin zijn herinnering verstilde.
Hij dacht aan zijn gestorven moeder, enzijn altijd afwezige vader, maar
hij wist niet meer wie zij waren, hij zag tenslotte alleen nog maar
schimmen die de stenen beelden vergezelden. Langzaam werd het donker,
kroop er een nieuw spook, in zijn eenzame sombere geest. Een spook met
een gezicht, een spookachtig gezicht. Een gezicht dathij ooit had
proberen te tekenen, maar de tekening had hij verscheurdwant de mensen
vonden het een grappige tekeningen en de dieren haddengeen verstand van
kunst en probeerden hem met grapjes te verleiden totiets los bolligs,
zomaar iets lolligs, vrolijks uit de mond.In zijn gedachten leefden geen
grappige mensen. Grappige mensen waren doorgaans nog vervelender dan
grappige dieren, maar hij hield meer van dieren omdat hij die eerder
grappig vond.Hij liep naar de oever van de woordenrivier en stak zijn
stokje in het golvende water van het alfabet, wat eerst eens blafte en
de dag erna met een zin kwam.Hij dacht even dat hij kon toveren, dacht
zelfs aan een gedicht met heel veel woorden. Thomas sloeg opnieuw een
etmaal over, met de betovering van onschuld in zijn dromenland, dat
ergens aan de oevers van een onstuimige rivier, in een bijzonder land
achter de heuvels, lag. Hier had hij de vrijheid nooit een held te
hoeven zijn en liep hij de hele dag op zijn sokken.De nacht was als een
stoute jongensdroom over de sombere stad gevallen. De kleuren waren
veranderd, de gedachten versmald. Zijn fantasie hadden ze gestolen, om
hem alleen te laten in de nacht. Ze stalen ook woorden uit zijn
gedichten, en soms probeerden ze ook zijn gedachten te stelen, zodat hij
eenleeg gevoel kreeg over de gedachteloosheid van anderen. Over de
sombere dingen die hij had meegemaakt tijdens zijn moeilijke leven met
een sociale stoornis.De gekken die echt gek bleken te zijn, zijn
twijfels over zijn eigen gekte.Tegen de muren stonden schilderijen, met
kleuren zo rood als een paprika die te lang had genoten van de Spaanse
zon. Toen eigenlijk alles wat hij dacht poëzie was, omdat hij het niet
op hoefde te schrijven, omdat alles wat niet opgeschreven was, een veel
dichterlijke kern had, dan het opgeschreven woord. Dat was hem altijd
bijgebleven. Zomaar de onverwachte beweging van het dier, of het
overweldigende van een schijnbaar verlaten landschap onder nazomerzon
ende prachtige schaduwen van september.Thomas probeerde in zijn dromen
te antwoorden, maar de nachtspoken namen hem mee naar duistere oorden,
verder weg van de werkelijkheid dan ooit. Hij had een diepe regelmatige
ademhaling. Zijn grijnzende mond stond een beetje open. Hij droomde niet
over de heer B. Bloot of over de Bijbel. Hij droomde ook niet over de
nacht, hij had geen dromen over de liefde of over vriendschap. Er kwamen
weer allerlei herinneringen in zijn dromen, en de belevingswereld
daarvan was zo intens, dat het net leek alsof hij weer terug in die tijd
leefde. In die tijd tussen de versteende beelden, die hem bleven
aanstaren. Deze gevoelens bleven dagenlang bij hem, totdat hij besloot
zijn vroegere vriendin een brief te schrijven, maar zij bleek slechts te
bestaan in zijn dromen, en diegingen altijd na een tijdje voorbij in
die droomwereld. Hij had het al die tijdslechts in zijn fantasie met
haar gedaan omdat hij zo hield van haar onschuldig gezicht.
* © september 2009, mobar |
woensdag 11 februari 2015
Laatste licht
Laatste licht
© Copyright Henk van Dijk
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten