woensdag 11 februari 2015

Laatste licht

Laatste licht
Hersensprookjes - 2009 -2012
Geschreven door mobar   
maandag, 03 mei 2010 11:30
Een laatste licht viel over het sombere avondland. De zomer was voorbij, duisternis kwam spoedig aanzetten, met wind, regen en invallende koude. Thomas, de zwerver van de woordendroom, was eenzaam in de spokentuin, die hij had aangelegd met zijn herinneringen. Prachtige vlinderstruiken, bont gekleurde zomerbloemen, overal zag hij de kleuren van zijn herinneringen.Er stonden overal beelden in die tuin. De tuin van een gestorven vriend.De versteende beelden staarden hem onwezenlijk aan. Alsof ze hem gevangen hielden in zijn herinneringen. Hij was eenzaam en verdrietig. Tranen verlieten zijn groene ogen, die eenzame avond, dacht hij na over het leven. Op een manier waarop hij nog niet eerder had nagedacht. Hij begon te peinzen.Jullie hadden vriendjes, mensen die van dezelfde grapjes hielden, hij niet. Hij hield niet van grapjes en had daarnaast geen vriendjes om serieus tegen te zijn. Ze waren hem vergeten, omdat ze er nooit waren geweest konden zij zijn herinneringen niet voeden. Hij zag alleen de versteende beelden, die hem aankeken in zijn dromentuin. En hij ademde de invallende herfstkoudewaarin zijn herinnering verstilde. Hij dacht aan zijn gestorven moeder, enzijn altijd afwezige vader, maar hij wist niet meer wie zij waren, hij zag tenslotte alleen nog maar schimmen die de stenen beelden vergezelden. Langzaam werd het donker, kroop er een nieuw spook, in zijn eenzame sombere geest. Een spook met een gezicht, een spookachtig gezicht. Een gezicht dathij ooit had proberen te tekenen, maar de tekening had hij verscheurdwant de mensen vonden het een grappige tekeningen en de dieren haddengeen verstand van kunst en probeerden hem met grapjes te verleiden totiets los bolligs, zomaar iets lolligs, vrolijks uit de mond.In zijn gedachten leefden geen grappige mensen. Grappige mensen waren doorgaans nog vervelender dan grappige dieren, maar hij hield meer van dieren omdat hij die eerder grappig vond.Hij liep naar de oever van de woordenrivier en stak zijn stokje in het golvende water van het alfabet, wat eerst eens blafte en de dag erna met een zin kwam.Hij dacht even dat hij kon toveren, dacht zelfs aan een gedicht met heel veel woorden. Thomas sloeg opnieuw een etmaal over, met de betovering van onschuld in zijn dromenland, dat ergens aan de oevers van een onstuimige rivier, in een bijzonder land achter de heuvels, lag. Hier had hij de vrijheid nooit een held te hoeven zijn en liep hij de hele dag op zijn sokken.De nacht was als een stoute jongensdroom over de sombere stad gevallen. De kleuren waren veranderd, de gedachten versmald. Zijn fantasie hadden ze gestolen, om hem alleen te laten in de nacht. Ze stalen ook woorden uit zijn gedichten, en soms probeerden ze ook zijn gedachten te stelen, zodat hij eenleeg gevoel kreeg over de gedachteloosheid van anderen. Over de sombere dingen die hij had meegemaakt tijdens zijn moeilijke leven met een sociale stoornis.De gekken die echt gek bleken te zijn, zijn twijfels over zijn eigen gekte.Tegen de muren stonden schilderijen, met kleuren zo rood als een paprika die te lang had genoten van de Spaanse zon. Toen eigenlijk alles wat hij dacht poëzie was, omdat hij het niet op hoefde te schrijven, omdat alles wat niet opgeschreven was, een veel dichterlijke kern had, dan het opgeschreven woord. Dat was hem altijd bijgebleven. Zomaar de onverwachte beweging van het dier, of het overweldigende van een schijnbaar verlaten landschap onder nazomerzon ende prachtige schaduwen van september.Thomas probeerde in zijn dromen te antwoorden, maar de nachtspoken namen hem mee naar duistere oorden, verder weg van de werkelijkheid dan ooit. Hij had een diepe regelmatige ademhaling. Zijn grijnzende mond stond een beetje open. Hij droomde niet over de heer B. Bloot of over de Bijbel. Hij droomde ook niet over de nacht, hij had geen dromen over de liefde of over vriendschap. Er kwamen weer allerlei herinneringen in zijn dromen, en de belevingswereld daarvan was zo intens, dat het net leek alsof hij weer terug in die tijd leefde. In die tijd tussen de versteende beelden, die hem bleven aanstaren. Deze gevoelens bleven dagenlang bij hem, totdat hij besloot zijn vroegere vriendin een brief te schrijven, maar zij bleek slechts te bestaan in zijn dromen, en diegingen altijd na een tijdje voorbij in die droomwereld. Hij had het al die tijdslechts in zijn fantasie met haar gedaan omdat hij zo hield van haar onschuldig gezicht.


*
© september 2009, mobar
 
© Copyright Henk van Dijk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten